KLIMAAT-ACTIEPLAN

Algemene bemerkingen en voorstellen van INZET

Onze algemene bemerkingen zijn samen te vatten in volgende punten:
– INZET zou een breder kader en lange termijn strategie betrekken op het plan
– INZET zou een veel uitgebreider traject van participatie doorlopen
– INZET zou de doelstellingen veel concreter maken en de verantwoordelijkheid veel minder bij de burger alleen leggen, maar actiever zijn als overheid in de uitvoering van het plan en de nodige incentives en dus budgetten voorzien

Verder in deze tekst zullen wij elk van deze punten uitdiepen:

1. Geen kadering van het actieplan als eerste stap in een langer traject, geen lange termijnstrategie of –doelstelling
Onder 2.2. ‘’Ambitie en visie van gemeente Opwijk’ staat enkel dat tegen 2020 de CO2-uitstoot verminderd moet worden met min. 20%: door energie te besparen, door energie-efficiëntie te verhogen en door duurzame energiebronnen in te zetten.
Bij het formuleren van de ambitie en de visie van de gemeente wordt er enkel melding gemaakt van het huidige, minimaal gevraagde engagement. Dit engagement wordt in het hoofdstuk ‘ambitie en visie’ (: doelstellingen) niet gekaderd in een langer traject. De doelstelling van dit klimaatactieplan, nl. een vermindering van de CO2-uitstoot van 20% tegen 2020, is daarin slechts een eerste stap. Deze eerste stap kadert in het klimaat- en energiepakket van de 2020-strategie van de Europese Commissie met de 20-20-20-doelstellingen (20% minder uitstoot van broeikasgassen, 20% meer energie uit hernieuwbare energiebronnen en 20% meer energie-efficiëntie).

Maar, er is ook reeds de 40-27-27 doelstellingen die door de Europese Commissie werden vooropgesteld in de “2030 framework for climate and energy policies”. Die houden tegen 2030 volgende doelstellingen in:

– 40% minder uitstoot van broeikasgassen;
– 27% meer energie uit hernieuwbare energiebronnen;
– 27% meer energie-efficiëntie.

En dan is er nog de “Routekaart naar een concurrerende koolstofarme economie tegen 2050”, waarbij de EC tegen 2050 mikt op 80 tot 95% minder broeikasgassen dan in 1990.

Voorstel INZET:

Ook deze doelstellingen vermelden en daarbij opmerken dat de gemeente Opwijk de doelstellingen die de Europese Commissie vooropstelt voor de EU, bijtreedt.
Uiteraard hebben we geen probleem met de huidige concrete doelstelling van het klimaatactieplan. Alleen is die te vermelden als een eerste stap. Daarnaast zien we graag als finale doelstelling in het actieplan vermeld dat de gemeente zich voorneemt om op langere termijn klimaatneutraal te zijn. Weet overigens dat de provincie Vlaams-Brabant wel al mikt op klimaatneutraliteit tegen 2040. En, aan de vooravond van de VN-Klimaattop in Parijs, is het voor de wetenschappers duidelijk dat om de opwarming van de aarde tot 2° C te beperken, er tegen 2050 een omschakeling moet zijn naar 100% hernieuwbare energie.
Aangezien dit nu al geweten is lijkt het ons evident om deze lange termijnstrategie ook te vermelden in het huidig voorliggende document. Onder hoofdstuk 3 ‘Algemene strategie’ wordt het belang daarvan trouwens erkend. Er staat nl. het volgende:
“Het streefjaar is 2020. Daarom bevat het plan een duidelijke schets van de acties die de gemeente zal ondernemen om haar streefdoel in 2020 te bereiken. Maar een langetermijnstrategie en -visie is ook belangrijk.”. Wat die langetermijnstrategie en –visie is, wordt echter nergens in het Klimaatactieplan vermeld…

2. Slechts beperkt participatietraject doorlopen voor opmaak van het actieplan

Deels als gevolg van het feit dat pas laat gestart is met de opmaak van het plan, deels doordat men zich grotendeels beperkt heeft tot de traditionele communicatiekanalen , is voor de opmaak van het actieplan maar een beperkt participatietraject doorlopen.

De milieuraad kreeg wel geregeld de kans om input te geven en ook enkele andere raden. Maar de bredere bevolking of specifieke doelgroepen werden slechts in beperkte mate betrokken. Een goed aangepaste methodiek voor het laten participeren van de bredere bevolking werd wel toegepast door de organisatie van het Wereldcafé. Het zou goed geweest zijn gelijkaardige initiatieven naar specifieke doelgroepen te organiseren, zoals sommige gemeenten wel deden:

– Organisatie klimaatshow met externe sprekers, georganiseerd door de gemeente samen met een aantal verengingen en organisaties: 3WPlus, Kyoto in het Pajottenland, Natuurpunt, Velt, lokale adviesraden, …
– Organisatie van klimaatcafé of –lunch gericht naar bedrijven, met VOKA;
– Klimaatdialoog met ALLE gemeenteraadsleden;
– Klimaatquiz met jeudraadleden;
– …

Voorstel INZET:

Organiseer alsnog zulke participatieve acties naar diverse doelgroepen. Dit moet ook nog mogelijk zijn terwijl het actieplan loopt. Het kan leiden tot uitdieping en verruiming van het actieplan. Participatie zal het draagvlak bij de inwoners en betrokken verenigingen vergroten, wat noodzakelijk wordt in de uitrol en het bereiken van de doelstellingen. Het zou bovendien getuigen van het au serieux nemen van zowel het thema als de inwoners hierbij.

3. De acties zijn vaak zeer vaag, er wordt veel van de burgers verwacht, vaak met te weinig gerichte stimulansen; er zijn meer acties die de gemeente zelf zou kunnen nemen

Voorbeelden van vage acties:

– Gemeentelijke gebouwen > duurzame aankopen > actie 15: “aankoop groene stroom”. Gaat het hier om 50%, 80% of 100% groene stroom voor gemeentelijke installaties, gebouwen en openbare verlichting?
– Woningen > energiezuinige renovatie (+ nieuwbouw) > actie 24: “Gemeente participeert in de Kyotomobiel (project van 3WPlus)”. Waar wil men die inzetten, is dit gericht op bepaalde wijken of straten met een verouderd woningbestand? Houdt dit verband met actie 29?
– Woningen > energiezuinige renovatie (+ nieuwbouw) > actie 29: “Onderzoek naar duurzame wijkrenovatie”. Welke wijken beoogt men? Wat is het doel van deze actie: louter de energietoestand van de woningen in die wijken achterhalen of gaat men de bewoners stimuleren en begeleiden om hun woningen beter te isoleren of op andere wijze een hogere energie-efficiëntie van hun woningen te bereiken? Hoe? Met welk budget?
– Woningen > energiezuinige renovatie (+ nieuwbouw) > actie 32: “Stimuleren van energiezuinige woonprojecten” Hoe? Wat verstaat men onder ‘stimuleren’?? Allicht meer dan sensibilisatie want dat valt onder een afzonderlijke maatregel? Maar, met welk budget?
– Woningen > energiezuinige renovatie (+ nieuwbouw) > actie 33: “Implementatie van duurzaamheid, energiebesparing en –efficiëntie door jonge mensen hiertoe te stimuleren bij aankoop van oudere woningen”. Vage doelstelling; waaruit bestaat het stimuleren? Gaat men de huidige aankoopsubsidie van woningen heroriënteren door er voorwaarden van energiebesparing etc. aan te koppelen??
– Woningen > duurzaam ruimtegebruik > actie 52: “Hanteren van normen voor energieprestaties van verkavelingen en gebouwen. (…)” Wat wordt bedoeld: louter toezien op de toepassing van de bestaande energieprestatienormen of verdergaande normen opleggen (wat mogelijk is)?
– Particulier en commercieel vervoer > sensibilisatie en educatie > actie 43: “promoten van openbaar vervoer door te ijveren voor een groter aanbod en frequentie”. Slaat dit ook op De Lijn? Ter zake zijn deze legislatuur, ondanks onze vraag, nog geen acties ondernomen.
– …

Er wordt veel van de burgers verwacht, vaak met te weinig gerichte stimulansen

Omdat ‘huishoudens’ (residentiële woningen) en ‘particulier en commercieel vervoer’ voor respectievelijk 41% en 40% van de CO2-uitstoot in onze gemeente verantwoordelijk zijn, is het logisch dat voor zeer vele acties beroep wordt gedaan op de burger. Wat daar tegenover wordt gesteld vanuit de gemeente is voor een groot stuk sensibilisatie, kennisoverdracht, promotie van ondersteuning door andere overheden en organisaties en het uitvoeren van energiescans en -testen.

Er zijn evenwel slechts een beperkt aantal acties waarbij de gemeente burgers mee begeleidt en ondersteunt (financieel en/of materieel) bij het ondernemen van concrete acties voor bijv. het (beter) isoleren van hun woningen. Zo is de actie ‘Samenaankoop dakisolatie i.s.m. Lokaal Woonbeleid’ de enige dergelijke actie (nr. 28) in het kader van de zeer belangrijke maatregelenset “Energiezuinige renovatie (+nieuwbouw)”. Andere acties binnen die maatregelenset zijn zo vaag (zie hiervoor) dat het niet duidelijk is welke rol de gemeente zal opnemen en wat de burger van de gemeente mag verwachten.

Ook in de maatregelenset “Energiearmoede aanpakken” beperken de acties zich vnl. tot het aanbieden van energiescans en –testen en tot sensibilisatie.

Voorstellen INZET:

– Alle voormelde vage acties verduidelijken, de rol van de gemeente daarin scherper stellen, plus er voldoende budget voor uit trekken;
– Daarnaast dienen ook doelstellingen vermeld te worden zodat men 1) het resultaat van acties kan meten en zo nodig acties kan bijsturen en 2) waar bijkomende financiële stimulansen door de gemeente nodig zijn, er de budgetlast van kan meten. Aan onder meer de volgende concrete doelstellingen zou gedacht kunnen worden:
o Beoogd % percentage huishoudens met dakisolatie tegen 2020
o Beoogd % percentage huishoudens met muurisolatie t. 2020
o Beoogd % percentage huishoudens met hoogrendementsglas t. 2020
o Aantal bijkomende warmtepompen t. 2020
o Aantal bijkomende zonneboilers t. 2020
o Beoogd % percentage huishoudens met fotovoltaïsche zonnepanelen t. 2020
o Beoogd % van de afgelegde km’s door personenvoertuigen wordt vervangen door fiets
o …

De gemeente kan zelf méér ondernemen

Een groot deel van de concrete acties die in het actieplan vermeld worden dateren van de vorige legislatuur. Deze legislatuur zou nochtans ook nog heel wat zelf kunnen ondernemen.

Wat betreft mobiliteit wordt wel gesteld dat de gemeente het STOP-principe (eerst Stappen, dan Trappen, dan Openbaar vervoer, dan privé-vervoer) als strategie toepast, maar ontbreken sterke engagementen. Daarnaast worden acties opgenomen die elkaar kunnen tegenwerken: enerzijds wil men het autoverkeer in het centrum ontmoedigen (actie 15), anderzijds lanceert men de uitbouw van parking Borchtsite en het RUP hiervoor als een klimaatactie (actie 12), waarmee men evenwel dreigt het autoverkeer nog meer in het hart van het centrum te trekken. De opmaak van een parkeergeleidingsplan (actie 17) is blijkbaar een afzonderlijke actie, niet noodzakelijk gekoppeld aan de actie voor uitbouw van parking Borchtsite, waardoor niet verhinderd wordt dat die ontsloten wordt langs de Kattestraat.

Nergens wordt iets teruggevonden over acties om het (regen)waterbergend vermogen van de bodem te beschermen en (deels) te herstellen en om iets te doen aan de problematiek van regenwateropvang bij hevige regenbuien (die steeds vaker zullen plaatsvinden). Nochtans zou men ervoor kunnen zorgen bijkomende (volledig) verharde oppervlakten (bijv. bij parkings) zoveel mogelijk te vermijden; zou men kunnen onderzoeken of er geen onnodig verharde oppervlakten zijn die, indien haalbaar, opgebroken kunnen worden t.v.v. groenvoorzieningen of halfverhardingen. Ook zouden bedrijven hiertoe aangemoedigd kunnen worden. Past ook in dit plaatje (en te vinden in andere gemeentelijke klimaatactieplannen): gemeentelijke subsidies voor groendaken (voor warmte- en regenwaterbuffering van platte daken en voor tijdelijk vasthouden van water bij hevige regenval, wat meer en meer zal plaats vinden) en voor hergebruik van regenwater in particuliere woningen, daar waar dit nog niet wettelijk verplicht is. Subsidies voor deze twee acties zijn in Opwijk evenwel afgeschaft deze legislatuur. Of wordt die voor groendaken terug ingevoerd?? Subsidie voor groendaken wordt immers op blz. 42 vermeld als maatregel voor “versterken van groen-blauwe infrastructuur op openbaar domein”!

Wat betreft ‘biodiversiteit en natuur’ – o.m. van belang omdat ecosystemen zoals bossen zorgen voor klimaatregulering en voor opname en vasthouden van CO2 – is er wel sprake van het versterken van “groen-blauwe infrastructuur”, maar daarvoor wordt bijna uitsluitend gekeken naar de burgers : zij worden aangezet tot aanplanten van hagen, fruitbomen, kleine landschapselementen en groenbemesters. De gemeente zelf beperkt zich tot vergroening van straten (laanbomen) en duurzame beplanting in gemeentelijke perken… Nochtans, bij groen-blauwe infrastructuur gaat het in eerste orde om bossen, natuurgebieden, beken en valleigebieden. Voor de versterking van dergelijke gebieden moet in eerste orde gekeken worden naar de overheid (gemeente, Vlaamse overheid, provincie) en naar sterke, terreinbeherende natuurverenigingen. In tweede orde kan een beroep worden gedaan op particulieren, wetende dat dit steeds op vrijwillige basis zal zijn en dit eerder beperkte resultaten zal opleveren. Een grotere rol voor particulieren kan wel weggelegd zijn voor het verbinden van bos- en natuurgebieden via kleine landschapselementen (KLE). Wil men op dat laatste echt inzetten, dan veronderstelt dat toch een versterking en herschikking van subsidies waarbij gedacht moet worden aan hogere subsidies voor aanplanting van KLE in zones waarin best verbindingen tussen natuur- of bosgebieden worden gerealiseerd. Van dit alles is in het huidige klimaatactieplan weinig tot niets te merken, hoewel op blz. 39 als “Doelstellingen van de gemeente” worden vermeld:
– “Bosareaal behouden en mogelijk uitbreiden;
– Realiseren van meer natuur en groen;
– Versnippering van de natuur tegengaan;”

Voorstellen INZET:

– Herinrichting straten in centrum om voetgangers en fietsers daadwerkelijk voorrang te geven (verdere invoering fietsstraten in centrum is goed, maar is zonder bijkomende inrichtingsmaatregelen onvoldoende);
– Voorzien in ambitieuze doelstellingen voor aanleg van fietspaden (nu beperkt tot aanleg fietspaden op rondpunt Europaplein en Eeksksen en Mansteen, deel tot Grootveld), indien enigszins mogelijk conform het vademecum fietsvoorzieningen van de Vlaamse overheid;
– Idem voor (her)aanleg van voetpaden (geen concrete acties gevonden in actieplan);
– Daadwerkelijke herwaardering trage wegen (ondanks gemaakte beloftes is er van de uitvoering van een actieplan na inventarisatierondes nog niet veel te merken);
– Ga daadwerkelijk in overleg met De Lijn en buurgemeenten over de uitbreiding van het openbaar vervoer;
– Stel een gemeentelijk bereikbaarheidsgids op, met inventarisatie van de belangrijkste locaties: opstapplaatsen openbaar vervoer en bijhorende voorzieningen zoals parkings en fietsenstallingen, gemeentelijke gebouwen, parkings, oplaadpunten voor e-bikes, …
– Promoot autodelen, carpooling en vanpooling binnen bedrijven en erbuiten (cf. Vlaams Netwerk Autodelen);
– Zet de aanleg van gemeentelijk bos verder (bijv. door uitbreiding van het geboortebos), in uitvoering van en in de zones voorzien door het bestaande Opwijkse plan voor bosuitbreiding;
– Maak i.s.m. het Regionaal Landschap en/of in het kader van het project “Van Erembald tot Kravaal” een plan op voor verbinding van bestaande natuur- en bosgebieden via kleine landschapselementen;
– Zorg voor gepast onderhoud van de bestaande gemeentelijke bossen;
– Ondersteun lokale terreinbeherende natuurverenigingen in de verwerving van percelen in het buitengebied die passen binnen een ware groen-blauwe infrastructuur in onze gemeente;
– Herschik en versterk subsidies om particulieren daadwerkelijk aan te zetten tot mede-uitvoering van dat plan;
– Voeg in het klimaatactieplan een maatregel toe om het (regen)waterbergend vermogen van de bodem te beschermen en (deels) te herstellen en om iets te doen aan de problematiek van regenwateropvang bij hevige regenbuien. Voorzie in acties om hier uitvoering aan te geven, zoals: gemeentelijke subsidies voor hergebruik van regenwater in particuliere woningen en voor infiltratie van regenwater, telkens in de mate dit nog niet wettelijk verplicht is; gemeentelijke subsidies voor groendaken; zoveel mogelijk vermijden van bijkomende (volledig) verharde oppervlakten (bijv. bij parkings); onderzoek of er geen onnodig verharde oppervlakten zijn die, indien haalbaar, opgebroken kunnen worden t.v.v. groenvoorzieningen of halfverhardingen.

Besluit

Het voorliggend klimaatactieplan getuigt van te weinig ambitie, creativiteit en lange termijn doelstellingen. Verder wordt er volgens INZET te veel verantwoordelijkheid gelegd bij de burger. De overheid zou veel sturender kunnen/moeten optreden op weg naar het behalen van veel meer te concretiseren doelstellingen. Bovendien wordt te weinig participatief gewerkt op dit thema: input en betrokkenheid van burgers en lokale verenigingen zal nochtans cruciaal zijn willen we in Opwijk werkelijk een verschil maken. Incentives en stimuli ontbreken.
Heel wat van de vernoemde acties zijn overlappend of hebben slechts zijdeling te maken met klimaat. De belangrijkste acties zijn bovendien opgestart in het verleden, tijdens de vorige legislatuur.

Naast een aantal vage acties en weinig concrete doelen stellen wij ook een aantal inconsequenties vast (vb. afgeschafte subsidies die nu mogelijks opnieuw ingeschreven worden etc.).
Het is duidelijk dat dit klimaatactieplan geen echte prioriteit is voor de meerderheid.

Met de bovengenoemde voorstellen wil INZET een aanzet geven tot een alternatief klimaatactieplan voor de gemeente Opwijk.