RUBENSVELD

WOONUITBREIDNGSGEBIED RUBENSVELD

Een projectontwikkelaar plant de volledige invulling van het Rubensveld, een ‘woonuitbreidingsgebied’ van 5,5 ha. De projectontwikkelaar wil op korte termijn bij het college van burgemeester en schepenen een bouwaanvraag indienen voor de bouw van 129 woningen. Het zou gaan om zogenaamde ‘groepswoningbouw’: het gelijktijdig oprichten van meerdere gebouwen bestemd voor bewoning, die één samenhangend geheel vormen. Zodra het project vergund is, wil men er 129 woningen bouwen binnen de 5 jaar .

INZET en CD&V zijn tegen dit project, om meerdere redenen.

1) Het woonuitbreidingsgebied zou beter bewaard worden als strategische reserve voor de toekomst. Er is op dit ogenblik geen nood aan de ontwikkeling van woonuitbreidingsgebied. In het ‘gewone’ woongebied is er namelijk nog voldoende ruimte. Meer nog, de komende maanden en jaren zal er in het ‘gewone’ woongebied al genoeg verkaveld worden en daar valt dat niet te vermijden. Een aantal voorbeelden: de pleinen van SK Opwijk aan de Ringlaan, de verkaveling in de Wallekensweg, de verkaveling in de Broekstraat, de verkaveling van Matexi in Mazenzele, het sociaal woonproject in het binnengebied tussen Heiveld en Heirbaan …

Hier bovenop nog 129 woningen realiseren in het Rubensveld zou de lokale vraag naar woningen ver overschrijden. Eenvoudige conclusie: vanuit lokale woonbehoefte, gebaseerd op de demografische evolutie (de aangroei) van de Opwijkse bevolking, kan het project dus niet verantwoord worden.

2) De gemeentelijke infrastructuur kan zo’n groot bijkomend aanbod niet verwerken. Door op korte termijn 129 extra woningen aan te bieden, neemt de druk op de gemeentelijke infrastructuur ontegensprekelijk toe.. Denk bvb. aan de buitenschoolse kinderopvang, het gemeenschapscentrum, de zalen voor het verenigingsleven, de sporthal en ruimte voor buitensport. Hetzelfde geldt voor de infrastructuur van het onderwijs. En dit terwijl al die infrastructuur nu al aan zijn limieten zit!

3) De lokale wegen zijn niet voorzien op de volledige ontwikkeling en ontsluiting van het gebied. De vele extra voertuigbewegingen belasten het omliggende wegennet meer dan verantwoordbaar is en maken de lokale verkeerssituatie een pak onveiliger, vooral voor zwakke weggebruikers. De omliggende wegen zijn immers relatief smal en zonder fietspad.

4) Een deel van het woonuitbreidingsgebied staat gekend als een watergevoelige zone. Verharding van grondoppervlakte in deze zone door woningbouw, aanleg van opritten en wegen kan dus voor bijkomende wateroverlast zorgen in de buurt.

Ons voorstel? Maak voor dit gebied zonder aarzelen een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) op.
Zo’n RUP zou tenminste garanties kunnen bieden voor een onderbouwde, in de tijd gespreide (gefaseerde) ontwikkeling van het gebied (veel langer dan 5 jaar) gebaseerd op een woonbehoeftenstudie. En voorafgaand aan de opmaak van een dergelijk RUP zou een ernstig (en tijdig) onderzoek kunnen gebeuren naar de mobiliteitseffecten en naar de impact op de waterhuishouding van het omliggende gebied. Ook biedt een RUP de mogelijkheid om op een weloverwogen wijze een deel van het gebied voor te behouden voor groen en wateropvang en -infiltratie. En tenslotte garandeert de opmaak van een RUP een betere inspraak, met verplicht advies ook van de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening (GECORO), advies dat geen vereiste is bij de beoordeling van een bouwaanvraag. Bovendien beslist de hele gemeenteraad over een RUP en niet enkel het schepencollege. Dit garandeert in ieder geval een volwaardiger debat, volgens ons een vereiste als de toekomst van een volledig woonuitbreidingsgebied (en de omgeving) aan de orde is!