Nog teveel onzekerheden bij oprichting zorgvereniging

De huidige bestuursmeerderheid nam eind 2016 de principiële beslissing om een autonoom gemeentelijk zorgbedrijf op te richten en daar de ouderenvoorzieningen van het OCMW in onder te brengen. De  definitieve oprichting werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 23 mei 2017. INZET blijft bij haar standpunt dat er op dit moment nog teveel veronderstellingen en onzekerheden zijn om tot een verzelfstandiging van de zorg in onze gemeente over te gaan. De vooropgestelde schaalvoordelen worden nergens onderbouwd. Biedt een dergelijk zorgbedrijf voor Opwijk dan wel een meerwaarde? Volgens INZET wegen de voordelen niet op tegen de kosten die dit met zich meebrengt en waren er andere pistes mogelijk. Daarom stemde de INZET-fractie tegen tijdens de gemeenteraad.

INZET is niet per definitie tegen de oprichting van een zorgbedrijf. Maar er moet wel aangetoond worden dat met die verzelfstandiging een betaalbare én kwaliteitsvolle zorgvoorziening het beste verzekerd is. Daar wringt het schoentje. Na een veel te beperkt onderzoek van een aantal andere mogelijke scenario’s, werd al snel gekozen voor de piste van de oprichting van een eigen Opwijks zorgbedrijf.  Tot die andere scenario’s behoren onder meer:

  • de ouderenvoorzieningen binnen de werking van het OCMW houden
  • aansluiten bij een zorgbedrijf van een andere stad of gemeente
  • met OCMW’s uit de regio samen een zorgbedrijf oprichten.

Volgens een onderzoek van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) kan een betaalbare, kwaliteitsvolle zorg ook als de sociale voorzieningen binnen het OCMW gehouden blijven. Zo wijst de VVSG  op de meerwaarde (schaalvoordelen, kostenspreiding) van informele samenwerkingsverbanden tussen OCMW’s van gemeenten uit eenzelfde regio. Door de gezamenlijke aankoop van voeding, geneesmiddelen, linnen, incontinentiemateriaal… kan er heel wat bespaard worden. Ook slagen ze erin om diensten aan te bieden die anders niet betaalbaar zouden zijn. De huidige meerderheid heeft zich daar duidelijk niet door laten inspireren… Ze koos meteen voor de oprichting van een eigen autonoom zorgbedrijf met daarin het Woonzorgcentrum, de serviceflats en het dienstechequebedrijf.

We missen echter een cijfermatige inschatting van de te verwachten efficiëntiewinsten door zo’n zorgbedrijf. Bovendien moeten die afgewogen worden tegen de onvermijdelijke overheadkosten van zo’n bedrijf, dat een eigen management zal hebben, eigen logistieke en informaticavoorzieningen…

Antwerpen en Roeselare als rolmodel

Ons gemeentebestuur nam in haar argumnentatie de zorgbedrijven van Antwerpen en Roeselare als voorbeeld. Volgens INZET loopt die vergelijking echter mank.

Zorgbedrijf Antwerpen:

  • 18 woonzorgcentra
  • serviceflats op 60 sites (3250 serviceflats!)
  • 42 dienstencentra
  • 5 Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning
  • 2 Centra Bijzondere Jeugdzorg en een resem aan thuiszorgdiensten…
  • 700 medewerkers en 16.000 klanten!

 Zorgbedrijf Roeselare:

  • 4 woonzorgcentra
  • 3 lokale dienstencentra
  • een dienst thuiszorg
  • voor- en naschoolse kinderopvanginitiatieven van minstens 3 gemeenten
  • 2 diensten voor therapeutische kindzorg
  • 760 medewerkers!

 Voor deze twee steden zullen de extra kosten van het opzetten van een zorgbedrijf met een afzonderlijk management, de ontwikkeling van één gemeenschappelijk IT-pakket en eigen logistieke diensten niet opwegen tegen de schaalvoordelen die hieruit voortkomen. Voor Opwijk vragen we ons af of het sop de kool waard is.

De meerwaarde van de oprichting van een eigen zorgbedrijf moet voor een groot stuk komen van de schaalvoordelen: de bundeling van een groot aantal diverse zorgvoorzieningen in één zorgbedrijf. Op vandaag worden het woonzorgcentrum, de serviceflats en het dienstechequebedrijf opgenomen.. De buitenschoolse kinderopvang en de vakantiewerking worden niet opgenomen, maar uitbesteed. In Roeselare en Leuven bijvoorbeeld worden ook die werkingen meegenomen.

Kortom, volgens INZET zijn de kosten en de baten van de oprichting van het zorgbedrijf niet goed afgewogen en ligt de nadruk teveel op de besparking en de kosten die de ouderenzorg vandaag meebrengt voor de gemeente. Voor INZET is het belangrijk dat de dienstverlening kwalitatief is, dat de prijzen van het woon- en zorgcentrum niet stijgen en dat er goede arbeidsvoorwaarden zijn voor het personeel, ook bij toekomstige aanwervingen. Of Opwijk dan een pioniersrol vervult of niet, waarop het huidige bestuur de nadruk legt, is voor INZET niet van belang. Wij hanteren in deze liever de voorzichtigheidsreflex en zouden de argumenten liever grondig becijfer zien.