Verplichte sterilisatie bij katten

Sensibilisering over verplichte sterilisatie bij katten en subsidiemaatregelen met het oog op de inperking van het aantal zwerfkatten (voorstel op gemeenteraad van 20 juni 2017)

SAMENVATTING

Jaarlijks belanden vele ongewenste katten in dierenasielen waarvoor vaak geen nieuw baasje wordt gevonden. Euthanasie is dan de enige oplossing. Elk jaar moeten er dan ook meer dan 10.000 katten noodgedwongen geëuthanaseerd worden, wegens een gebrek aan ruimte en adoptanten. Andere ongewenste katten worden door hun baasje op straat achtergelaten. Gevolg: dierenleed en overlast voor inwoners.

In 2013 kwamen 32.315 katten terecht in een Belgisch asiel of gemiddeld meer dan 88 per dag. 22.639 van deze katten werden gevonden op de openbare weg (zwerfkatten of gevonden katten zonder eigenaar). Door de inspanningen rond het door de federale overheid opgestarte kattenplan (intussen is dierenwelzijn een gewestelijke bevoegdheid) was een jaar later al een sterke daling te zien, maar er zijn nog grote inspanningen nodig. De lokale overheid heeft daarbij een belangrijke rol.

De INZET-fractie stelt daarom voor dat het gemeentebestuur inzet op een brede sensibilisering over de verplichte registratie, identificatie en sterilisatie van katten. Dit kan bijvoorbeeld al door de wetgeving ter zake duidelijk, helder, actief en herhaaldelijk te communiceren naar haar inwoners, via diverse kanalen. Verder lijkt het ook aangewezen om stakeholders zoals dierenartsen en asielen te betrekken bij deze oefening. Tot slot kan ook een gerichte subsidie, naar het voorbeeld van andere steden en gemeenten, bijdragen tot het uiteindelijk doel van dit voorstel: het indijken van het aantal zwerfkatten, van de daarmee gepaard gaande overlast in onze gemeente én van het dierenleed.

TOELICHTING

Situering

Honden en katten blijven de populairste huisdieren. In 2014 hadden alle Belgische gezinnen samen 1,5 miljoen honden en 2,2 miljoen katten. In Vlaanderen houdt 1 op 5 huishoudens minstens één hond en iets meer dan 1 op 4 minstens één kat. In totaal lopen er in Vlaanderen 770.000 honden en 1,16 miljoen katten rond.

De wetgeving

Sinds 1 januari 2016 al is elke fokker, asiel en eigenaar verplicht om elke ‘nieuwe’ kat te steriliseren, identificeren en registreren. Deze wet past in het zogenaamde kattenplan, dat er op gericht is de stijgende zwerfkattenpopulatie te doen dalen. Ter informatie, voor honden is de identificatie en registratie al verplicht sinds 2005.

=> Wat houdt deze wetgeving in?

Sinds 1 september 2014 is het verplicht om elke kat die verkocht of zelfs weggegeven wordt te identificeren, registreren en steriliseren. Sinds 1 januari 2016 is deze maatregel uitgebreid naar elke ‘nieuwe’ kat, dat wil zeggen elke kat die na 31/12/2015 geboren is of weggegeven of geadopteerd wordt.

De verplichte identificatie bestaat uit het aanbrengen van een microchip in de hals van de kat. De chip bevat een uniek nummer. Door de registratie van het unieke nummer van elke kat in een centrale databank, wordt de kat verbonden met het adres en telefoonnummer van de eigenaar. Elke dierenarts, asiel of politiedienst heeft een chiplezer waarmee ze het adres kunnen uitlezen.

Een belangrijk en veel besproken deel van de wetgeving is de verplichte sterilisatie of castratie van de kat. Dit houdt in dat elk kitten – ook bij particulieren – vóór verkoop of adoptie moet gesteriliseerd zijn. Meestal gebeurt dit dus op erg jonge leeftijd (tussen 6 en 16 weken).

=> Waarom werd de wetgeving ingevoerd?

De wetgeving is onderdeel van het meerjarig kattenplan van de overheid met als bedoeling de stijgende zwerfkattenpopulatie in te dijken. Het eerste onderdeel bestond uit de verplichte identificatie van alle katten die binnengebracht werden in het asiel. Dit onderdeel van het plan is al in werking sinds september 2013.

De volgende stap was de verplichte identificatie, registratie en sterilisatie van elke kat die  een fokker, asiel of particulier vanaf 1 september 2014 wou verkopen, ter adoptie geven of weggeven.

De verplichting om ook elke ‘nieuwe’ kat te steriliseren, identificeren en registreren is de laatste stap om de zwerfkattenpopulatie te verminderen. Sinds 1 januari 2016 zou het in theorie dus mogelijk moeten zijn om van elke kat die sinds die datum is geboren, weggegeven, geadopteerd of verkocht, de eigenaar terug te vinden, zoals dit trouwens nu ook al het geval is voor honden.

=> De voordelen

  • Door de identificatie en registratie is de eigenaar zeker dat zijn kat terecht komt wanneer die teruggevonden wordt.
  • De sterilisatie zorgt voor een vermindering van de zwerfkattenpopulatie. Elke niet gesteriliseerde kattin kan per jaar tot 8 (!) kittens krijgen. Veel van deze worden aan hun lot overgelaten, sterven of komen in het asiel terecht. Door verantwoordelijkheid te nemen als eigenaar heeft elke kat kans op een volwaardig leven.
  • Daarnaast zorgt een sterilisatie of castratie ook voor minder infectieuze aandoeningen. Zo komt bijvoorbeeld veel minder kattenaids en kattenleukemie voor bij katten die gesteriliseerd zijn. Daarnaast loopt een niet gesteriliseerde kattin een grotere kans op baarmoederontsteking en melkkliertumoren

=> De nadelen

  • Één van de grootste nadelen is voor vele mensen de kostprijs. Bedenk daarbij wel dat de kosten die verbonden zijn aan de verplichte identificatie en sterilisatie altijd eenmalig zijn en dus een langdurige investering. Gesteriliseerde katten lopen minder kans op besmettelijke ziekten en zwerven meestal minder ver, wat dierenartskosten bespaart op langere termijn.
  • Vaak wordt ook gedacht aan de risico’s die verbonden zijn met de vroegsterilisatie van kittens. Verschillende studies hebben echter uitgewezen dat er geen grotere nadelen verbonden zijn aan een sterilisatie op vroege leeftijd dan op de gemiddelde leeftijd van 6 maanden. Het risico is bijgevolg miniem.

=> Controle

Elke wetgeving is maar zo sterk als de controle op de uitvoering ervan. Hoewel asielen en fokkers al vaker worden gecontroleerd op de naleving van de wetgeving, is dit bij particulieren veel moeilijker. De voornaamste verantwoordelijkheid wordt dan ook doorgeschoven naar de dierenarts en naar de eigenaar zelf. Dierenartsen kunnen eigenaars steeds wijzen op de verplichtingen als eigenaar. De beslissing ligt momenteel echter nog steeds bij de eigenaar zelf. De boetes die door Dierenwelzijn worden gegeven bij inbreuken zijn evenwel niet min: 416 euro per kitten dat niet wettelijk in orde is.

Uiteindelijk doel is de zwerfkattenpopulatie te reduceren, het dierenleed te verminderen en de kosten en overlast die met zwerfkatten gepaard gaan, te laten dalen.

Situatie in Opwijk

Vanaf 1 oktober 2014 is de samenwerking met vzw Savu stopgezet voor het vangen en steriliseren/castreren van zwerfkatten in Opwijk. De gemeente Opwijk nam zich wel voor om verder campagne te voeren voor zwerfkattensterilisatie, vanaf 1 oktober 2014 zou dit gebeuren in samenwerking met de lokale dierenartsen.

Inwoners die overlast ondervinden van zwerfkatten kunnen contact opnemen met de cel Leefmilieu van onze gemeente en de plaatsing van een vangkooi aanvragen. De gemeentelijke diensten plaatsen dan (gratis) een vangkooi op het afgesproken adres. De gevangen zwerfkatten worden dan door de gemeentelijke diensten bij een lokale dierenarts gebracht voor medisch onderzoek en sterilisatie. In 2014, 2015 en 2016 waren er telkens enkele tientallen meldingen van zwerfkatten en vragen tot plaatsing van een vangkooi.

VOORSTEL: Wat kan de lokale overheid doen?

De wetgeving opvolgen is eigenlijk een daad van burgerzin. Veel particulieren kennen deze wet echter niet. Zo blijft het vechten tegen de bierkaai en blijven de katten kweken, met overlast van zwerfkatten tot gevolg. Het gemeentebestuur zou een actievere rol kunnen spelen in het naleven van de wetgeving inzake katten en kittens om op lange termijn het aantal zwerfkatten te beperken. In de praktijk wordt deze wetgeving namelijk nog te weinig nageleefd, grotendeels door onwetendheid, soms bewust. Wij stellen voor dat de lokale overheid om te beginnen effectief een brede sensibiliseringscampagne ter zake opzet zodat alle Opwijkenaren op de hoogte zijn.

Asielen en dierenartsen zijn belangrijke partners in deze materie. Het gemeentebestuur zou dan ook met hen samen kunnen nadenken over sensibiliserende acties en een beroep kunnen doen op hun expertise.

Verder zijn er goede voorbeelden waarbij een subsidie wordt uitgekeerd om de eigen kat te laten steriliseren/castreren en chippen. Ook hierover zou het bestuur kunnen nadenken. Er zijn op dat gebied ook al voorbeelden, zoals in Antwerpen. Het castreren of steriliseren van gevangen zwerfkatten kost per handeling ongeveer 70€ voor een kater en 120€ voor een kattin. Die prijs is beperkt in verhouding tot het bedrag dat wordt besteed aan dierenarts en voedsel tijdens het leven van een dier. De overpopulatie van katten kost bovendien ook geld aan de maatschappij. In Wallonië en Brussel alleen al loopt het budget voor de sterilisatie van zwerfkatten (nakomelingen van niet-gesteriliseerde huiskatten) op tot 200.000 euro per jaar, gefinancierd met publieke middelen