LEEFLONERS

PERSBERICHT

Leefloners activeren, maar niet met vrijwilligerswerk

INZET verwerpt het voorstel van de meerderheidspartijen in de OCMW-raad over tewerkstelling van leefloners via ‘gemeenschapswerk’. “Want hoewel we wel staan achter de filosofie van activering en re-integratie, vinden we het huidige voorstel ondermaats, onvolledig en kort door de bocht. Er bestaan vandaag al andere instrumenten om deze mensen te activeren,” zegt OCMW-raadslid Joke Longin.

De meerderheidspartijen legden op de laatste OCMW-raad een dossier ter stemming dat leefloners twee volle dagen of vier halve dagen per week wil laten werken onder de vorm van ‘gemeenschapsdienst’. Daarvoor ontvangen ze een vrijwilligersvergoeding van 10 euro per dag, bovenop het leefloon. “Het voorstel klinkt op het eerst zicht goed in de oren en men legt de nadruk op het vrijwillig karakter,” zegt raadslid voor INZET Joke Longin, “maar wie het dossier ten gronde bekijkt kan niet anders dan er zich ernstige vragen bij stellen.”
Beter investeren in de bestaande instrumenten

INZET is niet tegen de filosofie van activering van leefloners. “Activatie moet in functie staan van re-integratie, taalvaardigheid, het aanleren van arbeidsethiek, het helpen om een job te vinden … OCMW’s hebben al instrumenten die burgers op weg moeten helpen naar maatschappelijke integratie, zoals trajectbegeleiding in het kader van artikel 60.” Via dat artikel in de OCMW-wet zorgt het OCMW voor een job voor mensen die uit de arbeidsmarkt zijn gestapt of gevallen. Het doel is hen terug inschakelen in het stelsel van de sociale zekerheid en in het arbeidsproces. Het OCMW is dan de juridische werkgever en kan de persoon in eigen diensten tewerkstellen of ter beschikking stellen van een derde werkgever. Het ontvangt daarvoor een subsidie van de federale overheid voor de duur van de tewerkstelling en geniet als werkgever van een vrijstelling van werkgeversbijdragen.

Longin: “De investering zou zich beter concentreren op het versterken van die trajecten in plaats van op het creëren van een tweede systeem. Men zou ook moeten zorgen voor doorstroming naar een vaste job via aangepaste examens. Het is niet voldoende te activeren als er daarna geen jobs voorhanden zijn. En als die activatie voor een groep leefloners niet de oplossing blijkt, waarom zou het vrijwilligerswerk of de ‘gemeenschapsdienst’ dit dan wel zijn?”
Dat laatste wordt trouwens wetenschappelijk bevestigd: Nederlands onderzoek over – weliswaar meer in een systeem van verplicht – vrijwilligerswerk bij steuntrekkers toonde aan dat dat niet leidt niet tot een langdurige tewerkstelling. Integendeel: het zelfbeeld wordt lager, samen met het zelfvertrouwen, wat de zoektocht naar een volwaardige job nog bemoeilijkt.

Teveel onduidelijkheden, losse flodder
Het leefloon vormt het allerlaatste vangnet. “Dit koppelen aan een plicht tot arbeid zonder degelijke verloning, arbeidscontract, bescherming, rechtenopbouw, … kunnen wij niet goedkeuren. In het kader van artikel 60 bouwt men bovendien rechten op voor een werkloosheidsuitkering, een pensioen … wat niet het geval is in het voorliggend systeem,” zegt Longin.
Het is verder onduidelijk welke sanctie volgt voor wie de arbeid niet uitvoert, wie gaat bepalen welke cliënt in welk systeem terecht komt en welke taken precies in aanmerking komen. “Wij vinden dat de taken moeten aangepast zijn aan de capaciteiten van de cliënt en niet louter moeten dienen als goedkoop werk in dienst van de gemeente. Het kan niet dat er op diensten wordt bespaard en minder aangeworven om dan het werk te laten verrichten door (bijna) gratis werkkrachten.”

INZET steunt het voorstel niet omdat het niet gekaderd is in een breder perspectief van andere al bestaande mogelijkheden van activering via echte re-integratietrajecten, maar teveel een losse flodder is die alleen goed klinkt, maar verre van effectief is als het doel er echt in bestaat om mensen te activeren en te re-integreren.