Bouwproject Broekstraat-Leireken: “Gemeentebestuur kan niet weerstaan aan de druk van de verkavelaar.”

Gemeenteraadslid voor INZET Luc De Ridder ondervroeg de meerderheid tijdens de gemeenteraadszitting van 26 mei over de geplande verkaveling aan de Broekstraat en Leireken. Op de agenda stond de goedkeuring van het tracé, de plannen en de kostprijsraming voor het uitvoeren van de infrastructuurwerken.

Luc De Ridder vraagt zich af waarom het gemeentebestuur in de landelijke omgeving tussen Broekstraat en Leireken nog meegaat in de toelating voor een drukke verkaveling van niet minder dan 17 loten. Het advies van de provincie Vlaams-Brabant heeft het zelfs over 21 woningen. Bijkomend moeten er volgens dat advies al stevige voorwaarden opgelegd worden om de Brabantse Beek niet te overbelasten (een buffer/infiltratievolume van 250m3 per ha aangesloten verharde oppervlakte en een beperking van het lozingsdebiet op de beek).

Het College van Burgemeester en Schepenen argumenteerde dat het gebied in woonzone ligt en dat er aan deze goedkeuring al een heel traject vooraf ging: “Oorspronkelijk waren nog meer woningen voorzien, ondertussen is dit gereduceerd. Er werd een verbindingsweg opgelegd waarvan een deel ten laste is van de verkavelaar.” Het College vraagt zich af wat het alternatief zou kunnen zijn: “herbestemmen en planschade toekennen?”

“De verkaveling tegenhouden kan perfect. Het is een kwestie van ‘neen’ durven zeggen.”

Luc De Ridder is het daar niet mee eens: “Herbestemmen en planschade toekennen is helemaal niet nodig. Er zijn andere mogelijkheden om een dergelijke drukke verkaveling in (landelijk) woongebied tegen te houden. Je kan als gemeente een verkavelingsvergunning perfect weigeren wegens overdreven bebouwingsdichtheid wanneer bijvoorbeeld – wat hier het geval is voor Broekstraat en Leireken – die dichtheid te veel afwijkt van die in de onmiddellijke, landelijke omgeving. Daarnaast kan je de verkavelingsvergunning ook weigeren als je als gemeente oordeelt dat een dergelijke verdichting beleidsmatig in de dorpskernen moet gebeuren en niet in de meer landelijke omgeving aan de rand van de gemeente.”

Dat is meteen ook wat INZET zou doen: een dergelijke verkavelingsvergunning op die plaats om die redenen weigeren. Andere gemeenten deden dit al. De Raad voor Vergunningsbetwistingen ging daarin mee en vernietigde die vergunningen niet. Luc De Ridder: “Het is dus een kwestie van ‘neen’ durven zeggen én goed motiveren. Een weigering van een verkavelingsvergunning betekent trouwens helemaal niet dat de gemeente planschade moet betalen. De verkavelaar kan nog steeds een nieuwe aanvraag indienen, maar voor een veel minder druk project. Zolang hij zijn vergunning niet heeft verkregen mag de verkavelaar er trouwens wettelijk ook geen publiciteit voor maken.”

INZET stemde dan ook tegen op dit agendapunt. Desondanks keurde de meerderheid het tracé van de wegen voor de verkaveling goed zodat het College van Burgemeester en Schepenen nu ook de verkavelingsvergunning zelf kan goedkeuren. Luc De Ridder: “De meerderheid heeft hier duidelijk niet kunnen weerstaan aan de druk van de verkavelaar. Burgemeester Albert Beerens ziet in de verkaveling vooral een opportuniteit om de verkavelaar een deel te laten betalen van de weg die in de richting van de toekomstige ondertunneling van de spoorweg moet worden aangelegd, om de Broekstraat te ontsluiten wanneer de spooroverweg er wordt afgesloten …”