Voorstel voor hergebruik opgepompt grondwater uit grondwaterbemaling

Op de gemeenteraad van juni agendeerde Luc De Ridder een toegevoegd punt over het oppompen van grondwater en de effecten van dat oppompen of ‘bemalen’ op de grondwatertafel (het grondwaterpeil). Concreet gaat het over het opleggen van voorwaarden in vergunningen om in droogteperiodes (april tot september) te vermijden dat wanneer grondwater moet opgepompt worden (om bijvoorbeeld een bouwput droog te houden) dit ongebruikt wordt geloosd in de riolering en om ervoor te zorgen dat er niet méér wordt opgepompt dan nodig.

Door de langere droogteperiodes en de grote verhardingsgraad van het grondgebied in Vlaanderen, moeten we voortdurend spaarzaam omspringen met drinkwater én met de reserves aan grondwater. Heel wat mensen stellen zich daarom terecht vragen bij (bron)bemalingen, waarbij water opgepompt en geloosd wordt, vaak in de riolering, om bijvoorbeeld meergezinswoningen te kunnen oprichten of infrastructuurwerken uit te voeren.

Op zich zijn deze ‘bemalingen’ wel nodig om de werken te kunnen uitvoeren. Als gemeentebestuur kan men echter, bij de behandeling van omgevingsvergunningsaanvragen, maatregelen nemen om de nadelige effecten op de grondwatertafel (het grondwaterpeil) zo klein mogelijk te houden en om in de mate van het mogelijke te zorgen voor hergebruik van het opgepompte grondwater alvorens dit afgevoerd wordt naar riolering of, in het beste geval, oppervlaktewater.

Wij stellen daarom voor dat onze gemeente effectief dergelijke maatregelen neemt en ze opneemt in een reglement. De bedoeling is dat de gemeente er vervolgens voor zorgt dat er voorwaarden gekoppeld worden aan of opgenomen worden in de omgevingsvergunning waarin een bronbemaling ter sprake komt.

Het gaat om de volgende maatregelen:

1. Waar een retourbemaling mogelijk is, wordt dit door de gemeente in de vergunning als voorwaarde opgenomen. Retourbemaling betekent dat het opgepompte water terug in de bodem moet worden gepompt. Dit is in de praktijk echter niet steeds mogelijk. Voor nieuwe bemalingsaanvragen waarbij geen retourbemaling wordt aangevraagd, wordt door de gemeente wel gevraagd om uitvoerig te beargumenteren waarom dit niet mogelijk is, anders zal dit alsnog worden opgelegd.

2. Indien een retourbemaling niet mogelijk is, moet bij een bemaling in de periode van 1 april tot 30 september, voorafgaand aan de lozing van het bemalingswater, een buffervat van minimaal 10.000 liter voorzien te worden met overloop naar het lozingspunt. Op het buffervat dient een aftapkraantje voorzien te worden dat hergebruik eenvoudig en kosteloos mogelijk maakt, daarnaast moet het ook mogelijk gemaakt worden voor landbouwers om hier water uit op te pompen om een tankwagen te vullen. Dit kan opgelegd worden door het betreffende onderdeel van rubriek 53.8 van bijlage 1 van VLAREM II in de vergunningsaanvraag te laten opnemen of dit ambtshalve toe te voegen, waardoor voormelde voorwaarden als milieuvoorwaarden overeenkomstig VLAREM II van toepassing worden. Voor verdere technische specificaties en noodzakelijke veiligheidsvoorschriften: zie bijv. het reglement ‘bemalingen bij droogte’ dat het college van burgemeester en schepen van de gemeente Kampenhout op 25 mei 2020 heeft goedgekeurd.

3. Indien een retourbemaling niet mogelijk is: opleggen van de voorwaarde dat in de periode van 1 april tot 30 september de bemaling sondegestuurd is. Dit moet ervoor zorgen dat de bemaling afslaat wanneer er voldoende marge is en aanslaat wanneer de grondwaterstand te hoog dreigt te komen. Op deze manier kan het debiet beperkt worden. Er wordt tevens gevraagd de meterstanden wekelijks aan de gemeente te melden, zodat een betere opvolging en handhaving mogelijk wordt.

Voor omgevingsvergunningsaanvragen waarvoor de gemeente niet de vergunningverlenende overheid is, maar wel gevraagd wordt om er advies over te verlenen, stellen wij tevens voor dat de gemeente voorgaande maatregelen hanteert bij het formuleren van haar advies.

Het college van burgemeester en schepenen reageerde als volgt:

1) Retourbemaling? Indien dit uiteraard technisch haalbaar is, is dit inderdaad de beste oplossing en is in die zin ook opgenomen in de sectorale milieuvoorwaarden van Vlarem II. In de praktijk echter is dit niet zo evident en uit recente contactname tussen de milieuambtenaar en een deskundige van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) werd meegedeeld dat VMM samen met andere externe deskundigen al een tijdje werkt aan technische (praktische)richtlijnen voor bemalingen en het ‘protocol’ hieromtrent binnenkort wordt verwacht. Voor zover ik begrepen heb zal VMM in het kader van de droogteproblematiek van de laatste jaren nu meer inzetten op de effectieve toepassing op terrein van retourbemaling. Het is nu afwachten wat de inhoud is van de praktische technische richtlijnen hieromtrent vanuit VMM.

2) buffervat van minstens 10.000 liter ? In de regel wordt nu door de gemeente bij de afgifte van een aktename voor uitvoering van een bronbemaling op het grondgebied van Opwijk bijzondere voorwaarden opgenomen waaronder de verplichte plaatsing van een buffervat van minstens 1.000 liter (1m3) bij aanhoudende (langdurig) droogte (code oranje). Het verplicht opleggen van een buffervat van minstens 10.000 liter zal enkel gebeuren wanneer het gaat om hoge debieten van opgepompt grondwater en afhankelijk van de duurtijd van de bemaling. Na recente telefonische contactname door de milieuambtenaar met VMM werd door een deskundige van VMM meegedeeld dat het niet aangewezen is om bij elke bronbemaling een buffervat van minstens 10.000 l (10m3) te plaatsen, doch dat dit moet afhankelijk gesteld worden van de duurtijd en het volume (m3/uur) opgepompt grondwater. De nieuwe bijkomende technische richtlijnen vanuit VMM die verwacht worden zullen hieromtrent meer duidelijkheid geven. Mijns inziens lijkt het alvast niet opportuun om bij kleine bemalingen met korte duurtijd een buffervat van minstens 10m3 op te leggen – rekening houdende met het BATNEEC-principe (best available technology not extailing excessive costs).

Reglement Kampenhout ? Het opleggen van bijzondere voorwaarden bij bemalingen van grondwater gebeurt best bij de afgifte van vergunningen of aktename van aanvragen voor bemaling van grondwater. Een apart reglement is hiertoe niet noodzakelijk. In het reglement van Kampenhout staan trouwens een aantal verplichtingen waarvan de technische haalbaarheid momenteel helemaal niet zeker is. In die zin is het veel beter te wachten op de nieuwe technische praktische richtlijnen van VMM om deze op te nemen als bijzondere voorwaarden in de af te leveren vergunning/aktename – dan weten we dat dergelijke voorwaarden technisch onderbouwd zijn na onderzoek door de deskundigen van VMM en externe adviesbureaus.

3) Sonde gestuurde bemaling? Uit het recent telefonisch overleg tussen de milieuambtenaar en VMM werd door de deskundige van VMM meegedeeld dat er in Vlaanderen slechts een klein handvol aannemers (bemaling) zijn die effectief dergelijke sonde gestuurde bemaling kunnen uitvoeren. De deskundige van VMM heeft het advies gegeven om momenteel dergelijke sonde gestuurde bemaling niet zomaar als verplichting op te leggen omdat in de praktijk blijk dat in de meeste gevallen de pompinfrastructuur hierop niet is aangepast en dus een nadelige impact kan hebben op de pompinstallatie. Het lijkt mij dus zeker aangewezen om te wachten op de nieuwe technische richtlijnen van VMM die goed onderbouwd zijn. Het is ook logisch dat (bijzondere) voorwaarden voor bemalingen worden opgelegd waarvan door deskundigen is bevestigd dat deze in de praktijk ook effectief toepasbaar zijn…

Beter een pragmatische aanpak dan een niet-werkbare!