Nieuws

Maak centrum verkeersvrij tijdens zomerweekends

dezelfde regeling als tijdens marktdagen kan gelden in zomerweekends

Op de gemeenteraad van 23 juni diende INZET een voorstel in om het Opwijks centrum tijdens de zomerweekends deels verkeersvrij te maken. Dat heeft tal van voordelen, weet Luc De Ridder die het voorstel op de agenda zette.

Na maanden verplicht gesloten geweest te zijn, mag de horeca terug zijn deuren openen, maar met respect voor de afstandsregels (social distancing). Dit is uiteraard terecht, maar  heeft wel tot gevolg dat er op de beschikbare ruimte (binnen en op de terrassen) minder klanten kunnen ontvangen worden op een veilige manier. Dit is meteen voor vele mensen een drempel om terug een cafébezoek te brengen.

Als gemeente kunnen we de horeca hierin helpen én tegelijk het centrum levendiger maken. Dit dubbel doel kunnen we realiseren door in de weekends een deel van het centrum van Opwijk verkeersvrij (vrij van gemotoriseerd verkeer) te maken. Horeca-uitbaters kan dan de toelating gegeven worden het volledige voetpad en/of een deel van de weg te gebruiken voor terrassen, met respect voor de afstandsregels. Zo kunnen ze aan bezoekers evenveel plaats bieden als vroeger, door meer ruimte te gebruiken. Tegelijk nodigt dit onze bevolking uit om rustig te kuieren door het centrum en de ruimte te gebruiken die anders voorbehouden is voor het verkeer. Dit kan op zijn beurt een positief effect hebben op handelaars in belendende straten en het kan meteen ook een andere kijk geven op hoe we ons centrum best inrichten om het aangenaam en levendig te maken. De basis hiervoor is dat voetgangers en fietsers in het centrum op de eerste plaats komen en alle ruimte krijgen.

Hoe?

Dit is gemakkelijk te realiseren doordat ons centrum anders dan bijvoorbeeld dat van van Merchtem niet op een doorgangsroute ligt. Het centrum van Opwijk kan gemakkelijk beperkt worden afgesloten op dezelfde plaatsen en wijze als voor de markt op vrijdag: het brede deel van de Markstraat, de Kerkstraat en het kerkplein. Wie toch met de auto naar het centrum wil of moet om te winkelen of om een andere reden, ondervindt ook weinig problemen: de grote parkings blijven bereikbaar, wagens kunnen in de weekends daar geparkeerd worden (zodat het verkeersvrije gedeelte ook vrij van geparkeerde wagens is) en er kan nog van het rondpunt aan ’t Kasteeltje langs het eerste deel  van de Markstraat naar de Fabriekstraat worden gereden. Overigens behoort het ook tot de mogelijkheden om dat deel van de Markstraat af te sluiten, maar dat vraagt meer voorbereiding en overleg.

Wanneer?

We stellen voor dit te organiseren in de weekends, vanaf vrijdagavond, bijv. vanaf 18u, en dit gedurende de maanden juli en augustus. Nadien moet dit uiteraard geëvalueerd worden en bekeken welke lessen we daaruit kunnen trekken.

Het voorstel werd door de meerderheid afgewezen.

 

 

Gedeeltelijke verplaatsing voetweg nr. 67 is eigenlijk gedeeltelijke afschaffing

Over de gedeeltelijke verplaatsing van voetweg 67 en de argumentatie daarvoor had de INZET-fractie bedenkingen. Het alternatief om voetweg 61 in ere te herstellen is voor ons zeker waardevol.

Uit de argumentatie van het college: “De voetweg nr. 67 wordt al geruime tijd niet meer gebruikt. Er werden al verschillende vergunningen verleend sinds 1975 voor het bouwen van serres op de theoretische ligging van de voetweg en is hierdoor niet meer toegankelijk voor het publiek. Sinds die tijd komt de voetweg uit op het Hoeksken ipv in de Coenstraat. Deze verplaatsing komt het algemeen belang ten goede vermits het nu mogelijk wordt om deze verbinding tussen het Hoeksken en de Klaarstraat/Wijngaardstraat te officialiseren. Deze voetweg wordt gebruikt door (recreatief + woon/werk/school) fietsers en voetgangers om op een veilige en kortere manier de verbinding te maken tussen Hoeksken – Leirekensroute en de Wijngaardstraat. Deze voetweg komt eveneens uit in Klaarstraat, ter hoogte van woning nr. 154, welke in de onmiddellijke omgeving ligt van de voetbalterreinen in de Klaarstraat. De spelertjes/supporters kunnen dus gebruik maken van deze voetweg om de sportterreinen te bereiken op een veilige en rustige manier. Langs de kant van het Hoeksken is in realiteit deze voetweg breder dan de wettelijke breedte en wordt hij dan ook gebruikt door landbouwvoertuigen om hun akkers en weiden te bereiken. Het alternatief om de bestaande voetweg nr. 61 in ere te herstellen zal verder onderzocht worden maar deze voetweg 61 is geen alternatief voor voetweg 67 maar eerder een aanvulling voor de trage weggebruiker om via voetweg 61 verderop het tracé van voetweg 67 te volgen.”

De argumentatie om de alternatieven voorlopig aan kant te schuiven, vinden we vanuit INZET onvoldoende overtuigend. Die alternatieven worden afgewezen omdat ze geen alternatief, maar een aanvulling zouden zijn, bestaande in het herstellen van voetweg nr. 61. Strikt juridisch is dit misschien nog correct, maar beleidsmatig in dit geval toch wat kort door de bocht. Waarom de gedeeltelijke verplaatsing of opheffing van voetweg nr. 67 niet voorlopig weigeren tot een dossier klaar is voor herstel van het gedeelte van voetweg nr. 61 dat in de feiten wel een alternatief vormt?

Bovendien wordt hier een gedeeltelijke verplaatsing voorgestel, maar het gaat voor een groot stuk om een afschaffing: van de oorspronkelijke 392 meter blijven er nog maar ca. 58 meter over.

Om die redenen kon de INZET fractie niet akkoord gaan. De beoogde verlegging, eigenlijk dus grotendeels de afschaffing, moet op zich niet tegengehouden worden (de gemeente heeft zelf vergunningen voor overbouw door serres gegeven) maar het was beter geweest dit dossier te koppelen aan het herstel van een gedeelte van voetweg nr. 61 die – in de feiten – ten dele een alternatief is voor de gedeeltelijke opheffing.

Energierapport ongunstig voor sporthal en Sint-Pauluszaal

Voor de Sint-Pauluszaal werd een sterk gestegen nutsverbruik opgetekend

De energieboekhouding 2019 die werd voorgesteld op de gemeenteraad van mei is opnieuw een degelijk en leerrijk werkstuk geworden. Het biedt een uitstekende basis om op geobjectiveerde wijze verdere energiebesparende maatregelen te nemen in Opwijk. Een pluim dus voor het energieteam. Het is ook goed om vast te stellen dat voor de meeste gemeentelijke gebouwen het energieverbruik daalt. Gemeenteraadslid Luc De Ridder liet vanuit de INZET-fractie enkele bedenkingen en suggesties optekenen.

“20% meerverbruik aan water in de sporthal, stijging van elektriciteits- aargdas en waterverbruik in Sint Pauluszaal.”

Zo stellen wij voor de sporthal ten opzichte van 2018 een meerverbruik aan water vast van 20%. Ook in absolute cijfers is de sporthal eerder een grootverbruiker. Toch lezen we geen voorstellen om het waterverbruik te doen dalen. Zijn er dan geen verdere waterbesparende maatregelen mogelijk? We zouden daarnaast suggereren om ook de gemeentelijke sportraad en de gebruikers van de sporthal te informeren over het energie- en waterverbruik, met het oog op verdere sensibilisering. De meerderheid antwoordde ons dat waterbesparende maatregelen verder onderzocht zullen worden.

Voor de Sint-Pauluszaal valt de stijging van elektriciteitsverbruik, aardgas- én waterverbruik op. Het is ook het enige gebouw met een slechte energiescore. Omwille van de slechte toestand van de zaal en de onzekere toekomst ervan worden geen investeringen gepland, ook al is de toestand van de verwarmingsinstallatie problematisch. Vanuit het energieteam wordt daarom gesteld dat er nood is aan een afbouwplan van deze zaal. Wij vroegen of een dergelijk plan opgemaakt wordt en over welke termijn dat dan zal lopen. Afhankelijk daarvan kunnen beperkte investeringen toch nog aangewezen zijn. En betekent het feit dat er geen energiebesparende maatregelen voor de zaal worden voorgesteld, dat er ook geen enkele aanbeveling uit het EnergiePrestatieCertificaat(EPC)-attest worden gevolgd? Daarin wordt onder andere aanbevolen om elektrische boilers voor warm water te voorzien van week- of jaarklokken, verlichtingsarmaturen te vervangen, koelapparaten regelmatig te onderhouden … De meerderheid bevestigde dat het de bedoeling is om op korte termijn een afbouwplan op te maken. Het is volgens het college geenszins de bedoeling om nog hoge investeringen te doen in deze zaal.

Op onze vraag of geplande energiebesparende maatregelen voor diverse gemeentelijke gebouwen doorgaan zoals voorzien of ingevolge de coronacrisis uitgesteld worden, deelde de meerderheid mee dat de uitvoering voorzien is en dat hieromtrent al opdrachten voor opstart werden gegeven aan de verschillende gebouwverantwoordelijken en diensten.

Ook dit dossier volgen wij nauwgezet op.

 

Afvalcijfers Opwijk: nog teveel GFT-afval in de restafvalzak, extra inspanningen nodig.

Tijdens de gemeenteraad van 26 mei werden de afvalcijfers voor Opwijk voor 2019 voorgesteld. INZET-raadslid Luc De Ridder las het volledige rapport grondig door en had enkele bedenkingen en concrete suggesties.

Eerste vaststelling is dat er slechts een beperkte daling is van de restafvalcijfers (ca 5 kg/inwoner/jaar) over de jaren 2017 t.e.m. 2019. Vraag daarbij is ook of een deel van de daling van 2019 t.o.v. 2018 niet zit in het feit dat het bedrijfsafval, waaronder het afval van scholen, niet meer bij het restafvalcijfer zit?

Verder blijkt uit de cijfers dat een bijzonder groot aandeel (56,6%!) van het restafval bestaat uit recycleerbare fracties, waarvan het grootste deel (37,5%) GFT-afval. Afval dat dus niet in de restafvalzak hoort. Hiermee zit Opwijk ruim boven het gemiddelde van de 18 gemeenten waarvan de afvalcijfers in beeld worden gebracht.

“Haal GFT-afval wekelijks op en behoud de tweewekelijkse ophaling van restafval.”

Vanuit die vaststellingen stelt INZET dat men bij gelijk beleid mag verwachten dat de cijfers niet verder zullen dalen. Bijgevolg zal het doel van 122 kg/inwoner/jaar (vorig doel: 116 kg/inwoner/jaar) niet gehaald worden. Bijkomende inspanningen zijn dus nodig. Luc De Ridder: “Het is volgens ons logisch en nodig dat daarbij bijzondere aandacht gaat naar GFT-afval en hoe te vermijden dat dit bij het restafval terecht komt. In de voorgelegde documenten zitten meerdere voorstellen: GFT-afval wekelijks ophalen in plaats van tweewekelijks (en de ophaling van restafval wel tweewekelijks houden), de inwoners verder sensibiliseren en informeren over de uitbreiding van wat bij het GFT-afval mag.”

“Bij het verlenen van vergunningen voor appartementsgebouwen moet ook aandacht gaan naar geschikte ruimtes binnen het gebouw voor opslag van selectief ingezameld afval.”

INZET heeft zelf ook enkele concrete suggesties: “In een behoorlijk landelijke gemeente als Opwijk zou meer ingezet moeten worden op thuiscomposteren. Ook pilootprojecten rond buurtcompostering kunnen in dit kader interessant zijn. Naar bewoners van flats zou in de sensibilisering meer aandacht moeten gaan naar het bijhouden van GFT-afval in kleine, hygiënische recipiënten. Uiteraard moet bij het verlenen van vergunningen voor appartementsgebouwen ook aandacht gaan naar geschikte ruimtes binnen het gebouw voor opslag van selectief ingezameld afval.”

“De invoering van uniforme afvaltarieven voor alle recyclageparken in de regio wordt verder onderzocht.”

Eén van de OVAM-aanbevelingen was om kleinere zakken voor restafval verhoudingsgewijs goedkoper te maken dan grotere zakken. Luc De Ridder vroeg het college of ze deze aanbeveling ook zullen volgen. Het antwoord van het college was dat dat gedeeltelijk zo zou zijn: “Intradura zal namelijk vanaf 1.01.2021 uniforme afvalzakken invoeren binnen haar werkingsgebied.”

Op de vraag van Luc De Ridder over hoe het staat met de uitwerking door Intradura van een voorstel van uniforme afvaltarieven op de recyclageparken uit de regio én daaraan gekoppeld de opvolging van de OVAM-aanbeveling om wat differentiatie aan te brengen in de tarieven (een duurder tarief voor grofvuil dat verbrand of gestort wordt in vergelijking met het tarief voor de recycleerbare fracties) antwoordde de meerderheid dat de uniforme afvaltarieven voor de recyclageparken verder onderzocht wordt door Intradura. Geen concrete antwoorden dus wat dat betreft

Wij blijven dit dossier opvolgen.

Bouwproject Broekstraat-Leireken: “Gemeentebestuur kan niet weerstaan aan de druk van de verkavelaar.”

Gemeenteraadslid voor INZET Luc De Ridder ondervroeg de meerderheid tijdens de gemeenteraadszitting van 26 mei over de geplande verkaveling aan de Broekstraat en Leireken. Op de agenda stond de goedkeuring van het tracé, de plannen en de kostprijsraming voor het uitvoeren van de infrastructuurwerken.

Luc De Ridder vraagt zich af waarom het gemeentebestuur in de landelijke omgeving tussen Broekstraat en Leireken nog meegaat in de toelating voor een drukke verkaveling van niet minder dan 17 loten. Het advies van de provincie Vlaams-Brabant heeft het zelfs over 21 woningen. Bijkomend moeten er volgens dat advies al stevige voorwaarden opgelegd worden om de Brabantse Beek niet te overbelasten (een buffer/infiltratievolume van 250m3 per ha aangesloten verharde oppervlakte en een beperking van het lozingsdebiet op de beek).

Het College van Burgemeester en Schepenen argumenteerde dat het gebied in woonzone ligt en dat er aan deze goedkeuring al een heel traject vooraf ging: “Oorspronkelijk waren nog meer woningen voorzien, ondertussen is dit gereduceerd. Er werd een verbindingsweg opgelegd waarvan een deel ten laste is van de verkavelaar.” Het College vraagt zich af wat het alternatief zou kunnen zijn: “herbestemmen en planschade toekennen?”

“De verkaveling tegenhouden kan perfect. Het is een kwestie van ‘neen’ durven zeggen.”

Luc De Ridder is het daar niet mee eens: “Herbestemmen en planschade toekennen is helemaal niet nodig. Er zijn andere mogelijkheden om een dergelijke drukke verkaveling in (landelijk) woongebied tegen te houden. Je kan als gemeente een verkavelingsvergunning perfect weigeren wegens overdreven bebouwingsdichtheid wanneer bijvoorbeeld – wat hier het geval is voor Broekstraat en Leireken – die dichtheid te veel afwijkt van die in de onmiddellijke, landelijke omgeving. Daarnaast kan je de verkavelingsvergunning ook weigeren als je als gemeente oordeelt dat een dergelijke verdichting beleidsmatig in de dorpskernen moet gebeuren en niet in de meer landelijke omgeving aan de rand van de gemeente.”

Dat is meteen ook wat INZET zou doen: een dergelijke verkavelingsvergunning op die plaats om die redenen weigeren. Andere gemeenten deden dit al. De Raad voor Vergunningsbetwistingen ging daarin mee en vernietigde die vergunningen niet. Luc De Ridder: “Het is dus een kwestie van ‘neen’ durven zeggen én goed motiveren. Een weigering van een verkavelingsvergunning betekent trouwens helemaal niet dat de gemeente planschade moet betalen. De verkavelaar kan nog steeds een nieuwe aanvraag indienen, maar voor een veel minder druk project. Zolang hij zijn vergunning niet heeft verkregen mag de verkavelaar er trouwens wettelijk ook geen publiciteit voor maken.”

INZET stemde dan ook tegen op dit agendapunt. Desondanks keurde de meerderheid het tracé van de wegen voor de verkaveling goed zodat het College van Burgemeester en Schepenen nu ook de verkavelingsvergunning zelf kan goedkeuren. Luc De Ridder: “De meerderheid heeft hier duidelijk niet kunnen weerstaan aan de druk van de verkavelaar. Burgemeester Albert Beerens ziet in de verkaveling vooral een opportuniteit om de verkavelaar een deel te laten betalen van de weg die in de richting van de toekomstige ondertunneling van de spoorweg moet worden aangelegd, om de Broekstraat te ontsluiten wanneer de spooroverweg er wordt afgesloten …”

Verplicht duurzaam watersysteem voor verkavelingen

Al weken berichten media en experts over het uitzonderlijk lage waterpeil zowat overal in Vlaanderen. Dat hoeft niet te verrassen gezien het de voorbije periode niet of quasi niet heeft geregend. Ondertussen zitten we wegens de coronacrisis met z’n allen in ons kot en dringt een zomer in eigen tuin – steeds vaker met zwembad – zich op. De vraag naar water is dus groot.

Tegelijkertijd wonen we in een waterschaarse regio: in Vlaanderen is de hoeveelheid neerslag die valt relatief beperkt, we hebben ook geen lange rivieren of grote meren… Daarenboven wordt ons klimaat grilliger door de klimaatopwarming. Lange droge periodes worden afgewisseld met korte, heel intense regenbuien.

Om te vermijden dat er een structureel watertekort komt in de toekomst zal er dus moeten worden ingezet innovatieve technieken en circulair water. Ook gemeentebesturen spelen hierin een rol.

Dat kan bijvoorbeeld door bij nieuwe verkavelingen de verplichting op te leggen om een duurzaam watersysteem te voorzien. Zo’n duurzaam watersysteem heeft 4 kenmerken: focus op hergebruik, lokale waterbehandeling, het sluiten van de watercirkel en de combinatie tussen centrale en decentrale watervoorziening. Afhankelijk van de grootte van de verkaveling en de concrete situatie kan er dan gekeken worden hoe dit zal aangepakt worden en welke technieken het meest toepasbaar zijn.

Tijdens de gemeenteraad van 26/5 deed INZET bij monde van raadslid Marijke De Vis het concrete voorstel om bij verkavelingen de verplichting op te leggen om een duurzaam watersysteem te voorzien. Dit voorstel past binnen het duurzaamheidsbeleid van de gemeente dat er o.a. op gericht is om zorgvuldiger om te gaan met de schaarse bronnen.

De voltallige oppositie steunde het voorstel. De meerderheid (NVA en Open VLD) liet weten het voorstel genegen te zijn en mee te nemen in gesprekken met verkavelaars, maar stemde desondanks (op één onthouding na) tegen.

Hoe concreet zijn de plannen voor de afschaffing van de spooroverwegen in Opwijk ondertussen?

Tijdens de gemeenteraad van februari vroeg Luc De Ridder wanneer de bevolking, maar in het bijzonder de inwoners van de betrokken straten zouden geïnformeerd worden over de concrete plannen voor afschaffing van bepaalde spoorwegovergangen en de in vervanging aan te leggen tunnels.
De meerderheid antwoordde toen dat dat zou gebeuren zodra de plannen voldoende concreet zouden zijn. Groot was onze verbazing toen we enkele weken geleden via de pers vernamen dat de omgevingsvergunningen voor aanleg van de tunnels (Beekveldstraat, Fabriekstraat) al voorbereid worden. Volgens wat wij begrijpen kan dat alleen maar betekenen dat de plannen intussen zeer concreet en gedetailleerd uitgewerkt zijn. Toch zijn de betrokken straten en buurten hierover niet geïnformeerd. Dus vroeg Luc De Ridder op de gemeenteraad van 28 april waarom dat nog niet gebeurd is en wanneer dat gepland staat.

Het college van Burgemeester en schepenen antwoordde:

“De journalist nam zelf contact op met de gemeente om dit dossier nog eens in de aandacht te brengen (en ook eens een niet-corona artikel te kunnen publiceren). In het artikel werd bewust geen timing meegegeven, wel werd er getracht om de algemene principes van het sluiten van de overwegen voor onze gemeente mee te geven; namelijk welke overwegen worden door welk kunstwerk vervangen. De aanvragen voor de omgevingsvergunningen werden nog niet ingediend en er liggen dus nog geen concrete plannen voor, dit in tegenstelling tot wat men uit het artikel heeft menen af te leiden. Er zijn ook geen recente contacten meer geweest met het studiebureau waaruit een zeer spoedige indiening zou kunnen afgeleid worden.”

Wij concluderen dus dat er toch nog geen concrete plannen zijn en dat er geen info gepland staat aan de bevolking. Wij houden dit dossier in ieder geval nauwgezet in de gaten …

Corona: Hoe zit het met de exitstrategie in onze gemeente?

Op de (online) gemeenteraad van 28 april vroeg INZET een duidelijk beeld van de exitstrategie in het kader van de coronacrisis van onze gemeente voor de eigen gemeentelijke diensten, zowel voor werknemers met als zonder loketfunctie. Waar staat men momenteel met de opmaak ervan?
Omdat de gemeente een belangrijke rol speelt in lokale communicatie, openbare veiligheid en handhaving, dicht bij de burger, nemen we aan dat de gemeente ook een rol te spelen heeft bij de uitvoering en naleving van de nationale veiligheidsregels. Daarom vroegen we vanuit INZET ook welke maatregelen op dat vlak worden voorbereid, in het bijzonder wat betreft de nationale exitstrategie zoals beslist op 24 april.
Het is immers belangrijk en vanzelfsprekend dat de gemeenteraad als lokale verkozenen op regelmatige basis actief geïnformeerd worden door het college over de gang van zaken, geplande acties en plannen.

Het antwoord van het college van Burgemeester en schepenen op de online gemeenteraad luidde:
“De diensten van de gemeente en OCMW, met uitzondering van de verhuur van de zalen, bleven verder werken, op afspraak, en enkel voor de hoogst dringende zaken. Op het diensthoofdenoverleg werd de afspraak gemaakt om terug bezoekers toe te laten voor de reguliere zaken, mits een afspraak te maken. Op deze wijze wordt het aantal gelijktijdige bezoekers toch wat beperkt. Plexiglas en alcogels werden verspreid. De collega’s van burgergerichte diensten zitten meer verspreid uit elkaar. Zo werden de burelen van de schepenen en de burgemeester tijdelijk ook ingenomen.
Op maandag 27/04 zit de beroepsfederatie Exello samen met OVSG om de pas verspreide heropstartgids voor bedrijven toe te passen op lokale besturen. We verwachten nog meer specifieke richtlijnen. Ook de aangepaste lijst met veel voorkomende vragen (FAQ) na de veiligheidsraad mogen wij nog verwachten. Zo is het nog niet duidelijk of de bibliotheek met het takeaway systeem moet blijven werken of niet.

Wat het werken op afspraak betreft, de module is inmiddels geïnstalleerd, alle “producten” met specifieke gegevens werden ingegeven. De opleidingen moeten nog starten. Het is de bedoeling om achter de schermen te testen door het inputten van telefonische afspraken. De nodige communicatie zal worden verspreid zodra er meer zicht is op de verdere planning.


Wat de rol van de gemeente in kader van de nationale exitstrategie betreft wachten we nog info van het crisiscentrum en de FAQ. Onze noodplanambtenaar en ikzelf coördineren alle taken die voortvloeien uit de beslissingen van de veiligheidsraad. Regelmatig overleg met het corona-crisisteam en het college. Een update van de stand van zaken mag de gemeenteraad nog verwachten.”

Dit antwoord was voor onze raadsleden Marijke De Vis en Luc De Ridder niet geheel geruststellend. Gezien het online karakter van de gemeenteraad (dat erin bestaat dat vragen en antwoorden vooraf per e-mail bezorgd worden, maar waar geen debat mogelijk is), konden zij niet meteen extra toelichting vragen. Ze volgen dit in ieder geval verder op.

Vragen bij gedeeltelijke aanpak voetpad Mansteen

Op de gemeenteraad van 28 april werd de aanbesteding goedgekeurd van een voetpad op Mansteen, van huisnummer 63 tot huisnummer 97. Het is de bedoeling er een verharding in grijze straatstenen aan te brengen vanaf de betonnen greppel tot de rooilijn. Als bescherming tegen het gemotoriseerd verkeer komen er betonnen stootbanden. INZET heeft dit uiteraard mee goedgekeurd, maar heeft bedenkingen bij de aanpak van het dossier.

Luc De Ridder: “Aan dezelfde zijde van de straat liggen er nog onverharde stroken. Deze zijn evenmin van de rijbaan afgescheiden door een boordsteen. Bijgevolg is het daar voor voetgangers even gevaarlijk als op het stuk waar wel een voetpad zal worden aangelegd.”

Op de vraag van INZET waarom die andere stroken niet mee in de opdracht zijn opgenomen, kregen we als antwoord dat dit wel al is besproken, maar nog niet verder is onderzocht … Het zou voor een volgende fase zijn … Dit lijkt in ieder geval niet heel efficiënt.

Het voetpad is trouwens eigenlijk geen voetpad, maar een voet- en fietspad. Het bestuur formuleerde dit als volgt: “De plaatselijke situatie is van dien aard dat er te weinig ruimte is om te voldoen aan de wettelijke voorwaarden die gesteld worden voor de aanleg van een volwaardig fietspad… om die reden werden deze werken in de vergunningsaanvraag geformuleerd als voetpad.”

Ons nieuwste krantje in je brievenbus

Ons nieuwste krantje zit dezer dagen in je brievenbus. Je vindt er onze standpunten en onze voordelen in terug. Heb je het niet ontvangen? Dan kan je het hier ook digitaal lezen:

Inzet – Krant 2020

Heb je bedenkingen? Suggesties? Ideeën? Wil je graag met ons meewerken? Laat het ons weten via hallo@inzet-opwijk.be