Nieuws

Lezing prof. Distelmans groot succes

Met meer dan 300 aanwezigen kunnen we gerust zeggen dat het thema zorg om het levenseinde stilaan meer en meer bespreekbaar wordt. INZET wilde met deze lezing ook in Opwijk het thema op de kaart zetten. Immers heeft ook onze gemeente zorginstellingen in private en publieke sfeer, waarbij een goed en gedragen beleid omtrent het thema van groot belang is. Prof Distelmans, een autoriteit op het vlak van euthanasie en zorg om het levenseinde, toonde zich een zeer begenadigd spreker die het onderwerp sereen en bij momenten met een vleugje humor benaderde. De uitsluitend positieve reacties na afloop verwonderden ons dan ook niet.

INZET plant de komende maanden nog een aantal lezingen over maatschappelijke thema’s die er echt toe doen. Blijf op de hoogte via deze website, schrijf je in op onze elektronische nieuwsbrief (onderaan de pagina) en volg ook onze facebookpagina.

Hier nog enkele sfeerbeelden van de lezing van 20/1/2017 met Prof Wim Distelmans:

Interview met voorzitter Luc De Ridder

Welke rol wil INZET opnemen in het gemeentelijk beleid? Wat zijn de ambities? Rond welke thema’s gaan we werken? Je leest het in dit uitgebreid interview met INZET-voorzitter Luc De Ridder.

“Uiteraard hebben wij een rol te spelen in het bestuur van onze gemeente!”

Met een bus aan bus actie trapt INZET in Opwijk de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 af. “We hebben hard gewerkt en willen nu onze thema’s naar buiten brengen om zo ook nieuwe mensen aan te trekken. De inhoud primeert,” zegt voorzitter en gemeenteraadslid Luc De Ridder. “We blijven de progressieve, constructieve uitdager met speciale aandacht voor milieu en klimaat. Een nieuwe, frisse look onderstreept de vernieuwing.

       “We zijn niet gebonden aan zuil of kleur of nationale partijstandpunten. We kunnen dus focussen op Opwijk.”

INZET is geen klassieke partij, waarvoor staat INZET dan?

LDR: INZET is om te beginnen is een open, lokaal en niet-partijgebonden initiatief en hoeft zich dus niet te houden aan nationale structuren of partijstandpunten. Het betekent ook wel dat we niet profiteren van bekende koppen of een politiek merk zoals klassieke partijen dat wel hebben. In die zin zijn we dus geen klassieke partij. Dat betekent dat we ons volledig op Opwijk kunnen focussen. Gelukkig hebben we wel een pak lokale, inhoudelijke bagage. En dat is wat uiteindelijk telt om aan lokale politiek te doen.

Openheid en respect voor ieders mening hebben bij INZET steeds centraal gestaan. Dat betekent dat ieders mening aan bod komt en we niet gebukt gaan onder particratie of voorzittersdictatuur. We hebben geen grote tafelspringers in onze rangen, maar des te meer gedegen mensen die allen op hun domein een expertise hebben die de gemeente ten goede kan komen.

Verder bestaat INZET uit mensen van allerlei strekkingen en gezindheden. We zijn dus niet gebonden aan een zuil of kleur. We delen wel dezelfde ideeën over hoe het anders zou kunnen in Opwijk. We houden overigens niet van de klassieke indeling in links en rechts. Wie zich daarvan bedient doet dat meestal om partijpolitieke redenen. Of om het niet over de inhoud te moeten hebben. Maar, als men ons dan toch een plaats in het politieke spectrum wil geven: Onze thema’s en hoe we die invullen liggen blijkbaar eerder aan de linker kant van het centrum, zonder dat we een uitgesproken linkse partij zijn.  Sommigen omschrijven ons wel eens als een progressief platform.

Bovenal zijn we enthousiaste en positief ingestelde Opwijkenaren die van onze gemeente een aangename, leefbare plek willen maken voor iedereen. We hebben de voorbije jaren vanuit de oppositie actief meegewerkt, dossiers opgevolgd en constructieve voorstellen gedaan in de gemeenteraad. We weten dus wat goed en minder goed gaat en waar we kunnen bijdragen om beter te doen. Dat maakt ook dat we er van overtuigd zijn dat we een rol hebben in het toekomstig gemeentelijk beleid.

Welke voorstellen heeft INZET de voorbije jaren gedaan?

LDR: Onze voorstellen zijn misschien niet steeds helemaal aan de oppervlakte gekomen, toch hebben we er een heel aantal gedaan de voorbije beleidsperiode, op diverse domeinen. We organiseerden jaren geleden al een samenaankoop energie en pleitten voor meer transparantie over beslissingen in de gemeenteraad. We gaven constructieve kritiek op het mobiliteitsplan en het circulatie- en parkeerplan en droegen een heel pakket voorstellen aan om het Opwijkse klimaatactieplan meer body te geven. We stelden meermaals verkeersveiligheidsingrepen voor, onder meer in de schoolomgevingen, maar ook elders in functie van de veiligheid van alle zwakke weggebruikers. We hebben ook steeds gepleit voor meer investeringen in voet- en fietspaden . We waren initiatiefnemers van de pamperbank in Opwijk, vragende partij voor naambordjes voor trage wegen om die voetwegen zo meer aandacht te geven en voortrekkers van de realisatie van de OMA-fietsroute.

We ijverden voor een wekelijkse ophaling van GFT-afval in de zomerperiode en ook het idee van de gratis ophaling van snoeihout werd door ons naar voor gebracht (en later door de meerderheid overgenomen), net als de vraag om buurttuinen (een vorm van volkstuintjes) in te richten. De afschaffing van de subsidies voor groendaken en regenwaterputten hebben we bevochten en beargumenteerd. En dat de gemeente in al haar bestekken voor aankopen en openbare werken thans een ethische clausule opneemt, zodat er bijvoorbeeld  voor de aanleg van pleinen en straten geen natuursteen gebruikt mag worden die met kinderarbeid is gewonnen, is er gekomen dankzij ons.

Vergeten we ook niet dat de ver buiten de gemeente geroemde stationssite een uitwerking van INZET was, die begin deze legislatuur onder het nieuwe bestuur werd opgeleverd. En ook nu nog hameren we op overleg met de openbare vervoersmaatschappijen en met alternatieve spelers om de site verder te blijven ontwikkelen en openbaar vervoer te stimuleren.

         “Op basis van inhoud willen we nieuwe mensen aantrekken.”

Waarom lanceert INZET nog geen concrete namen van kandidaten of van een lijsttrekker?

LDR: Terwijl andere Opwijkse partijen al enige tijd geleden uitpakten met hun lijsttrekker en een aantal kandidaten begint INZET met de inhoud. Dat is een heel bewuste keuze. Op basis van onze inhoud willen we namelijk nieuwe mensen aantrekken om frisse ideeën in ons programma te krijgen. Participatie is immers één van onze kernpunten.

Kandidaten moeten weten voor welke ideeën we staan. Dat lijkt logisch, maar in heel wat gevallen gaat het anders en worden mensen aangezocht om op lijsten te gaan staan zonder dat het duidelijk is waarvoor een partij staat. We hopen dus nieuwe krachten aan te trekken, maar ook enkele vaste waarden zoals gemeenteraadsleden Marijke De Vis en Pol Verhaevert en OCMW-raadslid Joke Longin doen opnieuw mee. We willen ervaring combineren met jonge en nieuwe krachten met diverse opleidingen of uit diverse beroepsgroepen en met interesses in uiteenlopende domeinen om zo een goede doorsnede te hebben van de Opwijkse bevolking.

Op welke thema’s wil INZET de komende maanden werken?

LDR: We willen ons in ieder geval niet zomaar op alle thema’s profileren, dat kan volgens ons ook niet. We pretenderen niet in alles specialist te zijn. We werken aan de thema’s waarin we goed zijn en waarvoor we competenties in huis hebben. Daarop kunnen we een meerwaarde zijn. Denk maar aan milieu en groenbeleid, verkeer en ruimtelijke ordening en ook aan het thema ‘zorgzame gemeente’ met extra aandacht voor wie het moeilijker heeft en waarin zorgvoorzieningen zowel kwalitatief als betaalbaar zijn. Maar modernisering van de gemeentelijke dienstverlening en, héél belangrijk, op inspraak en participatie van zoveel mogelijk groepen.

Welke rol kan INZET nemen in het gemeentelijke beleid?

LDR: INZET staat er om bekend degelijke dossiers af te leveren en te praten met kennis van zaken over de onderwerpen waarover we naar buiten komen. Op die onderwerpen hebben we expertise. Die willen we graag inzetten. We willen de juiste man of vrouw op de juiste plaats in het gemeentelijk beleid en we zijn er van overtuigd dat ook wij een aantal juiste mannen en vrouwen kunnen leveren. Milieu, ruimtelijke ordening, burgerparticipatie en -communicatie, verkeersveiligheid en jeugdbeleid zijn bijvoorbeeld zeker onze sterktes.

           “We willen groeien en een meerwaarde zijn voor het gemeentelijk beleid in Opwijk.”

Welke ambities heeft INZET?

LDR: De ambities zijn heel duidelijk: we willen groeien. Dat is namelijk noodzakelijk om mee te kunnen spelen op beleidsvlak. En we willen een meerwaarde zijn voor de gemeente en het lokaal beleid in Opwijk. In de maanden die komen zullen we er alles aan doen om de Opwijkenaar ervan te overtuigen dat dat ook zo is.

We zijn beschikbaar om onze kennis en expertise ten dienst te stellen van iedereen die gaat voor een beter Opwijk en willen dat liefst doen in een positieve, open en constructieve sfeer, met een frisse, progressieve geest. Onze slogan voor de gemeenteraadsverkiezingen luidt Samenwerken Voor Opwijk. Dat betekent heel duidelijk samenwerken, samen werken, maar vooral werken voor Opwijk. Het heeft absoluut geen zin om steeds naar het verleden te kijken en zwarte pieten door te schuiven. We kijken naar de toekomst. Die is uitdagend en boeiend voor Opwijk.

 

 

Lezing Prof. dr. Wim Distelmans over een waardig levenseinde

Wat is het verschil tussen euthanasie, ‘passieve’ en ‘actieve’ levensbeëindiging, sedatie en palliatieve zorg? Wat is nu wel en niet mogelijk? Prof. dr. Wim Distelmans is een autoriteit op het vlak van euthanasie en was in het voorjaar nog te zien in het tv-programma ‘Topdokters’. Op 20 december komt hij op onze uitnodiging naar Opwijk. INZET nodigt Prof. dr. Distelmans uit in het kader van ons thema ‘zorgzame gemeente’.De interesse voor het thema en de spreker blijkt zo massaal dat de zaal helemaal vol zit. Zonder voorafgaande reservatie én bevestiging kunt u er dus jammer genoeg niet meer bij.

Prof. dr. Wim Distelmans is kankerspecialist en professor in de palliatieve geneeskunde aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij is verantwoordelijk voor supportieve en palliatieve zorg.

Als een van de pioniers in België voor de erkenning van palliatieve zorg, vocht prof. dr. Distelmans voor het recht op euthanasie. Hiervoor werd hij in 2003 bekroond met de Arkprijs van het Vrije Woord, in 2008 met de Tenrei Ohta Award van de World Federation of Right to Die Societies, in 2010 met de Dwaallichtprijs en in 2012 respectievelijk met de Lucien Steinbergprijs, de prijs Maatschappelijke Valorisatie van de VUB. In 2015 werd hij laureaat van de Prijs Vrijzinnig Humanisme.

Prof. dr. Distelmans stond als oprichter mee aan de wieg van de oprichting van de verschillende organisaties die deel uitmaken van het expertisecentrum Waardig Levenseinde w.e.m.m.e.l. Hij richtte met het UZ Brussel het eerste supportief dagcentrum TOPAZ en het consultatieteam ULteam op. Hij is oprichter van LEIF en covoorzitter van de Federale Commissie Euthanasie.

Poetshulp duurder door overname dienstenchequebedrijf

De Raad van Bestuur van dienstenchequebedrijf Picobello besliste in september om het dienstenchequebedrijf over te dragen aan het liberale Solidariteit voor het Gezin. Omdat het vermoeden rees dat er geen degelijke marktbevraging was gebeurd, stelde Marijke De Vis (INZET) hierover een aantal vragen op de gemeenteraad van oktober. De bevoegde schepen (Open VLD) blokte dit af en weigerde zelfs om antwoord te geven op de gestelde vragen.

‘Naast het feit dat men hier de eigen liberale zuil bedient, heeft de overname ook negatieve gevolgen voor de gebruikers. Zo stijgt de prijs voor de gebruikers met 1,20 euro per uur. Voor een gezin dat gedurende 4 uur per week een beroep doet op poetshulp betekent dit een prijsverhoging van 250 euro op jaarbasis, waar de klant uiteindelijk niets meer voor krijgt,’ aldus gemeenteraadslid Marijke De Vis.

Meerderheid zet gemeenteraad buiten spel over verkeer

Op de gemeenteraad van 6 september 2017 besliste de meerderheid om de beslissingen over gemeentelijke aanvullende politiereglementen op het wegverkeer te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen. Dit betekent dat de gemeenteraad hier geen enkele bevoegdheid meer over heeft en dat het schepencollege voortaan alleen kan beslissen over al deze reglementen.

Oppositiepartij INZET verzette zich hier fel tegen, omdat de overdracht van deze bevoegdheid niet beperkt is tot reglementen die kleine ingrepen doorvoeren (bv. het inrichten van een parkeerplaats voor wagens gebruikt door andersvaliden). De door de meerderheid voorgestelde delegatie is totaal en omvat alles. Bijvoorbeeld over een wijziging aan de maximumsnelheid in bepaalde zones of andere zaken die voor het gemeentelijk verkeers- en mobiliteitsbeleid van belang zijn, zal de gemeenteraad geen zeggenschap meer hebben. Dit is volgens INZET dan ook een uitholling van de bevoegdheid van de gemeenteraad die afbreuk doet aan een democratisch beslissingsproces over verkeersbeleid.

De delegatiebeslissing werd meerderheid (N-VA en Open VLD) tegen minderheid (INZET en CD&V) goedgekeurd. Eerder delegeerde deze meerderheid ook al het nemen van beslissingen over personeelsbeleid naar het college van burgemeester en schepenen.

Samen Buurten

Brochure helpt inwoners ‘samen buurten’

Met een brochure met tips en weetjes voor buurt- en straatfeesten wil auteur Tom Bosman mensen aanzetten om hun buren te leren kennen. “’Samen buurten’ is een (nieuw) werkwoord. Het staat voor samen met je buren plezier maken, elkaar helpen, ondersteunen,” vertelt de initiatiefnemer. Daarmee wil hij concreet meehelpen aan het versterken van sociale contacten onder buren en in wijken.  De brochure is uniek in Vlaanderen en gratis verkrijgbaar.

“We hebben steeds minder oog voor sociale contacten. Minder dan een derde van de bevolking heeft nog dagelijks contact met zijn buren.”

Een praatje met de buren, een pintje met de vrienden of eens binnen springen bij familie, de Vlaming heeft steeds minder oog voor die sociale contacten. Vijftien jaar lang peilde de studiedienst van de Vlaamse overheid naar de onderlinge sociale contacten en het verenigingsleven van de Vlaming. De conclusie: de intense onderlinge contacten met vrienden, familie en buren vallen langzaam maar zeker terug. Minder dan een derde van de bevolking heeft nog dagelijks contact met zijn buren.

“Toch is een goed sociaal netwerk belangrijk,” weet Tom Bosman, “zeker met de vergrijzing, en de buurt die bijvoorbeeld in het kader van zorg steeds belangrijker wordt.” Maar een goed contact met de buurt hoeft niet enkel functioneel te zijn, het is ook gewoon plezant.

Hoe concreter, hoe beter

“Als je op lokaal vlak iets wil doen om het sociale weefsel in buurten te versterken, dan pak je dat best zo concreet mogelijk aan,” aldus Tom Bosman. “De feestcheque die bijvoorbeeld onze gemeente vandaag al geeft voor buurtfeesten is een van de tips, maar er zijn er veel meer. Ik wil handvaten bieden en actief aan de slag gaan om mensen zo te stimuleren. In de brochure staan concrete tools om af te spreken, tips over hoe je je communicatie organiseert en hoe je je eerste feest kan financieren.”

Het is de eerste keer dat een brochure zo veel aspecten van het ‘samen buurten’ bij elkaar brengt. “Ik pretendeer niet volledig te zijn, maar voorlopig bestaat er geen andere gids die zo breed gaat. Aanvullingen zijn natuurlijk welkom. Zo zal de gids in de toekomst nog groeien.”

Buurtadvies

Tom Bosman schreef de brochure op basis van ervaringen met het buurtcomité van de Bunderstraat. “Die wil ik delen met inwoners die willen starten met een buurtfeest of eerste bijeenkomst in de wijk. Andere ervaringsdeskundigen die dat ook willen doen mogen zeker meedoen om ter plaatse advies te gaan geven.”

De tips in de brochure zijn bruikbaar in Opwijk, maar zeker ook in andere gemeenten. “Een deeltje is specifiek voor Opwijk, maar het grootste deel zijn algemene zaken die elders ook toepasbaar zijn,” zegt de auteur.

De brochure is gratis beschikbaar via deze link: Samen Buurten gids (pdf)
Aanvullingen, suggesties en opmerkingen zijn welkom op tombosman@hotmail.com

Bekijk hier de reportage die Ring TV maakte over de brochure Samen Buurten.

Samentuinen bij de buren

Merchtems burgemeester De Block geeft rondleiding door volkstuintjes aan Opwijks gemeenteraadslid Luc De Ridder

Leren van de buren. Dat was het opzet toen burgemeester van Merchtem Eddy De Block een rondleiding gaf in de Merchtemse volkstuintjes aan Opwijks INZET-raadslid Luc De Ridder. De Ridder diende zelf in februari 2017 ook in Opwijk al een voorstel in om te starten met samentuinen.

“Boeiend!” vatte Luc zijn rondleiding langs 22 perceeltjes samen. “Elk perceeltje is ongeveer 10 x 10 meter groot en gelegen op achtertuinen aangekocht door de gemeente. Verder is er ook een perceeltje waar de gemeente een waterput liet slaan met handpomp en een perceeltje met bijenhotel en vlinderweitje.”

Het basisconcept is dus een klassieke volkstuin, met ecologische accenten. Ook de gemeente Merchtem maakte in dit project een evolutie door: “Door de jaren heen is men voor een stuk geëvolueerd in de richting van het ‘samentuinen’. Eddy De Block vertelde over de tegenslagen en de successen, in aanwezigheid van de tuinders die samen het 5-jarig bestaan van hun volkstuintjes vierden met een BBQ met slaatjes van eigen geteelde groenten. Een mooi bewijs van het succes van deze tuinen!”

De Merchtemse burgemeester onderstreepte ook het belang van de tuintjes zowel vanuit gezondheidsoogpunt (beweging, gezonde voeding, ontspanning) als vanuit sociaal oogpunt (een ontmoetingsplek; mensen leren elkaar kennen/leren van elkaar). “Allemaal motiverend om hier in Opwijk verder werk van te maken,” aldus een enthousiaste Luc De Ridder.

Verplichte sterilisatie bij katten

Sensibilisering over verplichte sterilisatie bij katten en subsidiemaatregelen met het oog op de inperking van het aantal zwerfkatten (voorstel op gemeenteraad van 20 juni 2017)

SAMENVATTING

Jaarlijks belanden vele ongewenste katten in dierenasielen waarvoor vaak geen nieuw baasje wordt gevonden. Euthanasie is dan de enige oplossing. Elk jaar moeten er dan ook meer dan 10.000 katten noodgedwongen geëuthanaseerd worden, wegens een gebrek aan ruimte en adoptanten. Andere ongewenste katten worden door hun baasje op straat achtergelaten. Gevolg: dierenleed en overlast voor inwoners.

In 2013 kwamen 32.315 katten terecht in een Belgisch asiel of gemiddeld meer dan 88 per dag. 22.639 van deze katten werden gevonden op de openbare weg (zwerfkatten of gevonden katten zonder eigenaar). Door de inspanningen rond het door de federale overheid opgestarte kattenplan (intussen is dierenwelzijn een gewestelijke bevoegdheid) was een jaar later al een sterke daling te zien, maar er zijn nog grote inspanningen nodig. De lokale overheid heeft daarbij een belangrijke rol.

De INZET-fractie stelt daarom voor dat het gemeentebestuur inzet op een brede sensibilisering over de verplichte registratie, identificatie en sterilisatie van katten. Dit kan bijvoorbeeld al door de wetgeving ter zake duidelijk, helder, actief en herhaaldelijk te communiceren naar haar inwoners, via diverse kanalen. Verder lijkt het ook aangewezen om stakeholders zoals dierenartsen en asielen te betrekken bij deze oefening. Tot slot kan ook een gerichte subsidie, naar het voorbeeld van andere steden en gemeenten, bijdragen tot het uiteindelijk doel van dit voorstel: het indijken van het aantal zwerfkatten, van de daarmee gepaard gaande overlast in onze gemeente én van het dierenleed.

TOELICHTING

Situering

Honden en katten blijven de populairste huisdieren. In 2014 hadden alle Belgische gezinnen samen 1,5 miljoen honden en 2,2 miljoen katten. In Vlaanderen houdt 1 op 5 huishoudens minstens één hond en iets meer dan 1 op 4 minstens één kat. In totaal lopen er in Vlaanderen 770.000 honden en 1,16 miljoen katten rond.

De wetgeving

Sinds 1 januari 2016 al is elke fokker, asiel en eigenaar verplicht om elke ‘nieuwe’ kat te steriliseren, identificeren en registreren. Deze wet past in het zogenaamde kattenplan, dat er op gericht is de stijgende zwerfkattenpopulatie te doen dalen. Ter informatie, voor honden is de identificatie en registratie al verplicht sinds 2005.

=> Wat houdt deze wetgeving in?

Sinds 1 september 2014 is het verplicht om elke kat die verkocht of zelfs weggegeven wordt te identificeren, registreren en steriliseren. Sinds 1 januari 2016 is deze maatregel uitgebreid naar elke ‘nieuwe’ kat, dat wil zeggen elke kat die na 31/12/2015 geboren is of weggegeven of geadopteerd wordt.

De verplichte identificatie bestaat uit het aanbrengen van een microchip in de hals van de kat. De chip bevat een uniek nummer. Door de registratie van het unieke nummer van elke kat in een centrale databank, wordt de kat verbonden met het adres en telefoonnummer van de eigenaar. Elke dierenarts, asiel of politiedienst heeft een chiplezer waarmee ze het adres kunnen uitlezen.

Een belangrijk en veel besproken deel van de wetgeving is de verplichte sterilisatie of castratie van de kat. Dit houdt in dat elk kitten – ook bij particulieren – vóór verkoop of adoptie moet gesteriliseerd zijn. Meestal gebeurt dit dus op erg jonge leeftijd (tussen 6 en 16 weken).

=> Waarom werd de wetgeving ingevoerd?

De wetgeving is onderdeel van het meerjarig kattenplan van de overheid met als bedoeling de stijgende zwerfkattenpopulatie in te dijken. Het eerste onderdeel bestond uit de verplichte identificatie van alle katten die binnengebracht werden in het asiel. Dit onderdeel van het plan is al in werking sinds september 2013.

De volgende stap was de verplichte identificatie, registratie en sterilisatie van elke kat die  een fokker, asiel of particulier vanaf 1 september 2014 wou verkopen, ter adoptie geven of weggeven.

De verplichting om ook elke ‘nieuwe’ kat te steriliseren, identificeren en registreren is de laatste stap om de zwerfkattenpopulatie te verminderen. Sinds 1 januari 2016 zou het in theorie dus mogelijk moeten zijn om van elke kat die sinds die datum is geboren, weggegeven, geadopteerd of verkocht, de eigenaar terug te vinden, zoals dit trouwens nu ook al het geval is voor honden.

=> De voordelen

  • Door de identificatie en registratie is de eigenaar zeker dat zijn kat terecht komt wanneer die teruggevonden wordt.
  • De sterilisatie zorgt voor een vermindering van de zwerfkattenpopulatie. Elke niet gesteriliseerde kattin kan per jaar tot 8 (!) kittens krijgen. Veel van deze worden aan hun lot overgelaten, sterven of komen in het asiel terecht. Door verantwoordelijkheid te nemen als eigenaar heeft elke kat kans op een volwaardig leven.
  • Daarnaast zorgt een sterilisatie of castratie ook voor minder infectieuze aandoeningen. Zo komt bijvoorbeeld veel minder kattenaids en kattenleukemie voor bij katten die gesteriliseerd zijn. Daarnaast loopt een niet gesteriliseerde kattin een grotere kans op baarmoederontsteking en melkkliertumoren

=> De nadelen

  • Één van de grootste nadelen is voor vele mensen de kostprijs. Bedenk daarbij wel dat de kosten die verbonden zijn aan de verplichte identificatie en sterilisatie altijd eenmalig zijn en dus een langdurige investering. Gesteriliseerde katten lopen minder kans op besmettelijke ziekten en zwerven meestal minder ver, wat dierenartskosten bespaart op langere termijn.
  • Vaak wordt ook gedacht aan de risico’s die verbonden zijn met de vroegsterilisatie van kittens. Verschillende studies hebben echter uitgewezen dat er geen grotere nadelen verbonden zijn aan een sterilisatie op vroege leeftijd dan op de gemiddelde leeftijd van 6 maanden. Het risico is bijgevolg miniem.

=> Controle

Elke wetgeving is maar zo sterk als de controle op de uitvoering ervan. Hoewel asielen en fokkers al vaker worden gecontroleerd op de naleving van de wetgeving, is dit bij particulieren veel moeilijker. De voornaamste verantwoordelijkheid wordt dan ook doorgeschoven naar de dierenarts en naar de eigenaar zelf. Dierenartsen kunnen eigenaars steeds wijzen op de verplichtingen als eigenaar. De beslissing ligt momenteel echter nog steeds bij de eigenaar zelf. De boetes die door Dierenwelzijn worden gegeven bij inbreuken zijn evenwel niet min: 416 euro per kitten dat niet wettelijk in orde is.

Uiteindelijk doel is de zwerfkattenpopulatie te reduceren, het dierenleed te verminderen en de kosten en overlast die met zwerfkatten gepaard gaan, te laten dalen.

Situatie in Opwijk

Vanaf 1 oktober 2014 is de samenwerking met vzw Savu stopgezet voor het vangen en steriliseren/castreren van zwerfkatten in Opwijk. De gemeente Opwijk nam zich wel voor om verder campagne te voeren voor zwerfkattensterilisatie, vanaf 1 oktober 2014 zou dit gebeuren in samenwerking met de lokale dierenartsen.

Inwoners die overlast ondervinden van zwerfkatten kunnen contact opnemen met de cel Leefmilieu van onze gemeente en de plaatsing van een vangkooi aanvragen. De gemeentelijke diensten plaatsen dan (gratis) een vangkooi op het afgesproken adres. De gevangen zwerfkatten worden dan door de gemeentelijke diensten bij een lokale dierenarts gebracht voor medisch onderzoek en sterilisatie. In 2014, 2015 en 2016 waren er telkens enkele tientallen meldingen van zwerfkatten en vragen tot plaatsing van een vangkooi.

VOORSTEL: Wat kan de lokale overheid doen?

De wetgeving opvolgen is eigenlijk een daad van burgerzin. Veel particulieren kennen deze wet echter niet. Zo blijft het vechten tegen de bierkaai en blijven de katten kweken, met overlast van zwerfkatten tot gevolg. Het gemeentebestuur zou een actievere rol kunnen spelen in het naleven van de wetgeving inzake katten en kittens om op lange termijn het aantal zwerfkatten te beperken. In de praktijk wordt deze wetgeving namelijk nog te weinig nageleefd, grotendeels door onwetendheid, soms bewust. Wij stellen voor dat de lokale overheid om te beginnen effectief een brede sensibiliseringscampagne ter zake opzet zodat alle Opwijkenaren op de hoogte zijn.

Asielen en dierenartsen zijn belangrijke partners in deze materie. Het gemeentebestuur zou dan ook met hen samen kunnen nadenken over sensibiliserende acties en een beroep kunnen doen op hun expertise.

Verder zijn er goede voorbeelden waarbij een subsidie wordt uitgekeerd om de eigen kat te laten steriliseren/castreren en chippen. Ook hierover zou het bestuur kunnen nadenken. Er zijn op dat gebied ook al voorbeelden, zoals in Antwerpen. Het castreren of steriliseren van gevangen zwerfkatten kost per handeling ongeveer 70€ voor een kater en 120€ voor een kattin. Die prijs is beperkt in verhouding tot het bedrag dat wordt besteed aan dierenarts en voedsel tijdens het leven van een dier. De overpopulatie van katten kost bovendien ook geld aan de maatschappij. In Wallonië en Brussel alleen al loopt het budget voor de sterilisatie van zwerfkatten (nakomelingen van niet-gesteriliseerde huiskatten) op tot 200.000 euro per jaar, gefinancierd met publieke middelen

Nog teveel onzekerheden bij oprichting zorgvereniging

De huidige bestuursmeerderheid nam eind 2016 de principiële beslissing om een autonoom gemeentelijk zorgbedrijf op te richten en daar de ouderenvoorzieningen van het OCMW in onder te brengen. De  definitieve oprichting werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 23 mei 2017. INZET blijft bij haar standpunt dat er op dit moment nog teveel veronderstellingen en onzekerheden zijn om tot een verzelfstandiging van de zorg in onze gemeente over te gaan. De vooropgestelde schaalvoordelen worden nergens onderbouwd. Biedt een dergelijk zorgbedrijf voor Opwijk dan wel een meerwaarde? Volgens INZET wegen de voordelen niet op tegen de kosten die dit met zich meebrengt en waren er andere pistes mogelijk. Daarom stemde de INZET-fractie tegen tijdens de gemeenteraad.

INZET is niet per definitie tegen de oprichting van een zorgbedrijf. Maar er moet wel aangetoond worden dat met die verzelfstandiging een betaalbare én kwaliteitsvolle zorgvoorziening het beste verzekerd is. Daar wringt het schoentje. Na een veel te beperkt onderzoek van een aantal andere mogelijke scenario’s, werd al snel gekozen voor de piste van de oprichting van een eigen Opwijks zorgbedrijf.  Tot die andere scenario’s behoren onder meer:

  • de ouderenvoorzieningen binnen de werking van het OCMW houden
  • aansluiten bij een zorgbedrijf van een andere stad of gemeente
  • met OCMW’s uit de regio samen een zorgbedrijf oprichten.

Volgens een onderzoek van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) kan een betaalbare, kwaliteitsvolle zorg ook als de sociale voorzieningen binnen het OCMW gehouden blijven. Zo wijst de VVSG  op de meerwaarde (schaalvoordelen, kostenspreiding) van informele samenwerkingsverbanden tussen OCMW’s van gemeenten uit eenzelfde regio. Door de gezamenlijke aankoop van voeding, geneesmiddelen, linnen, incontinentiemateriaal… kan er heel wat bespaard worden. Ook slagen ze erin om diensten aan te bieden die anders niet betaalbaar zouden zijn. De huidige meerderheid heeft zich daar duidelijk niet door laten inspireren… Ze koos meteen voor de oprichting van een eigen autonoom zorgbedrijf met daarin het Woonzorgcentrum, de serviceflats en het dienstechequebedrijf.

We missen echter een cijfermatige inschatting van de te verwachten efficiëntiewinsten door zo’n zorgbedrijf. Bovendien moeten die afgewogen worden tegen de onvermijdelijke overheadkosten van zo’n bedrijf, dat een eigen management zal hebben, eigen logistieke en informaticavoorzieningen…

Antwerpen en Roeselare als rolmodel

Ons gemeentebestuur nam in haar argumnentatie de zorgbedrijven van Antwerpen en Roeselare als voorbeeld. Volgens INZET loopt die vergelijking echter mank.

Zorgbedrijf Antwerpen:

  • 18 woonzorgcentra
  • serviceflats op 60 sites (3250 serviceflats!)
  • 42 dienstencentra
  • 5 Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning
  • 2 Centra Bijzondere Jeugdzorg en een resem aan thuiszorgdiensten…
  • 700 medewerkers en 16.000 klanten!

 Zorgbedrijf Roeselare:

  • 4 woonzorgcentra
  • 3 lokale dienstencentra
  • een dienst thuiszorg
  • voor- en naschoolse kinderopvanginitiatieven van minstens 3 gemeenten
  • 2 diensten voor therapeutische kindzorg
  • 760 medewerkers!

 Voor deze twee steden zullen de extra kosten van het opzetten van een zorgbedrijf met een afzonderlijk management, de ontwikkeling van één gemeenschappelijk IT-pakket en eigen logistieke diensten niet opwegen tegen de schaalvoordelen die hieruit voortkomen. Voor Opwijk vragen we ons af of het sop de kool waard is.

De meerwaarde van de oprichting van een eigen zorgbedrijf moet voor een groot stuk komen van de schaalvoordelen: de bundeling van een groot aantal diverse zorgvoorzieningen in één zorgbedrijf. Op vandaag worden het woonzorgcentrum, de serviceflats en het dienstechequebedrijf opgenomen.. De buitenschoolse kinderopvang en de vakantiewerking worden niet opgenomen, maar uitbesteed. In Roeselare en Leuven bijvoorbeeld worden ook die werkingen meegenomen.

Kortom, volgens INZET zijn de kosten en de baten van de oprichting van het zorgbedrijf niet goed afgewogen en ligt de nadruk teveel op de besparking en de kosten die de ouderenzorg vandaag meebrengt voor de gemeente. Voor INZET is het belangrijk dat de dienstverlening kwalitatief is, dat de prijzen van het woon- en zorgcentrum niet stijgen en dat er goede arbeidsvoorwaarden zijn voor het personeel, ook bij toekomstige aanwervingen. Of Opwijk dan een pioniersrol vervult of niet, waarop het huidige bestuur de nadruk legt, is voor INZET niet van belang. Wij hanteren in deze liever de voorzichtigheidsreflex en zouden de argumenten liever grondig becijfer zien.

 

 

 

Zitpenningen INZET naar Opwijks dierenasiel


Aan het begin van de huidige bestuursperiode besliste de meerderheid om de vergoedingen voor de gemeente- en OCMW-raadsleden op te trekken. INZET ging hier niet mee akkoord en engageerde zich om de verhoging van de presentiegelden te besteden aan goede doelen die een link hebben met Opwijk. Dit jaar ontvangt dierenasiel Hondenkuren en Kattenkwaad een cheque voor haar werking.

Inzet wil met deze schenking ook een duidelijk signaal geven: “Dierenwelzijn is voor Inzet een belangrijk thema,” aldus voorzitter Luc De Ridder. “Ook lokale overheden kunnen op gemeentelijk niveau heel wat relatief eenvoudige ingrepen doen voor dieren. Denk aan het verbieden, maar ook zelf niet afsteken van vuurwerk tijdens oudejaar, acties rond zwerfkatten en sterilisatie van kittens. Ook de mogelijkheid van een hondenlosloopweide is al eens geopperd.” De Ridder weet dat er heel wat expertise is bij inwoners en dierenartsen in de gemeente. “Die zouden veel meer betrokken moeten worden.” Verder is sensibilisering erg belangrijk als gemeentelijke instantie: “Uit onderzoek blijkt dat 29 % van de honden bijvoorbeeld niet correct geregistreerd is. Vaak is de oorzaak een verhuis. In 2014 werd van een vijfde van de verloren gelopen honden niet teruggevonden. Inwoners en nieuwe inwoners daar op wijzen kan al veel oplossen.”

Magdalena Wauters, eigenares van het dierenasiel Hondenkuren en Kattenkwaad is blij met de erkenning. In haar woning vangt ze honden en katten op. “De dieren krijgen eerst de tijd krijgen om te herstellen van een trauma. Daarna gaan ze mee in huis leven. Ik pak gedragsproblemen aan, zodat ze na een tijdje geadopteerd kunnen worden. Deze financiële bijdrage is zeer welkom voor de werking en wordt besteed aan het verplicht chippen van kittens.”