Gemeenteraad 19 oktober 2021
Uiteraard zijn we met INZET akkoord met het intekenen op dit pact. Raadslid Luc De Ridder vroeg bijkomende aandacht voor volgende vier belangrijke items:
1) Voor de opmaak van en begeleiding bij het gemeentelijk klimaatactieplan ging de gemeente Opwijk een samenwerking aan met de provincie Vlaams-Brabant en met de intercommunale Haviland. Vraag hierbij is om dan ook in spoedig overleg te voorzien met het provinciebestuur en met Haviland. Enerzijds om de nieuwe doelstellingen en engagementen uit het Lokaal Energie- en Klimaatpact goed te integreren in het gemeentelijk klimaatactieplan, anderzijds om ervoor te zorgen dat bij de opmaak van dat plan maximaal gebruik wordt gemaakt van de bijkomende ondersteuning, instrumenten/tools en expertise die via het Pact ter beschikking wordt gesteld;
3) De milieuraad vraagt daarnaast prioritair in te zetten op 2 van de 4 werven: de werf rond vergroening en de werf rond duurzaam waterbeheer. Dat werven zijn zeker belangrijk en er vallen nog stappen vooruit in te zetten, maar voor INZET zijn ook de andere twee werven (energiebesparende maatregelen en duurzame mobiliteit) van groot belang. Wat de werf rond energiebesparende maatregelen betreft, doet onze gemeente sowieso al heel wat en plant ze nog bijkomende inspanningen inzake energiebesparing binnen het gemeentelijk gebouwenpark en de gemeentelijke infrastructuur. Maar, belangrijk is dat de gemeente ook vol inzet op begeleiding van inwoners bij energiebesparende renovaties, onder andere collectief georganiseerde energiebesparende renovaties. Hiertoe kan een wijkoverleg opgezet worden met door de gemeente aangezochte energie- en renovatiespecialisten (uit vzw’s gericht op duurzaam bouwen en renoveren, uit intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, …) om samen bewoners te overtuigen in te stappen in een globaal renovatieplan voor (een deel van) een wijk of straat en de deelnemers zo te ontzorgen;
4) Tot slot vroeg Luc De Ridder aandacht voor werfoverschrijdende initiatieven zoals bij heraanleg van wijken en straten samen met de bewoners ‘leefbuurten’ vormgeven: heraanleg naar levendige, klimaatrobuuste en autoluwe ontmoetingsplekken.