Dossier sluiting spooroverwegen: onduidelijkheid over financiële- en mobiliteitsimpact

Op de gemeenteraad van 29 januari 2019 werd een ontwerp van samenwerkingsovereenkomst tussen Infrabel en de gemeente ter goedkeuring voorgelegd. Daarin wordt de afschaffing van de spooroverwegen in de Broekstraat, Fabriekstraat en Bolstraat geregeld. Oppositiepartij INZET stelt zich daarbij ernstige vragen: “Financieel weten we niet waar we aan toe zijn en naar de impact op mobiliteit en verkeersveiligheid is het raden,” zegt gemeenteraadslid Luc De Ridder.

Financiële en mobiliteitsimpact onvoldoende onderzocht

Het huidige gemeentebestuur trekt de lijn door van het princiepsakkoord over de afschaffing van de Opwijkse overwegen. Dat akkoord werd goedgekeurd aan het einde van de vorige legislatuur, op 27 maart 2018. En hoewel INZET achter de voornaamste doelstellingen van die sluiting staat, namelijk veiligheid en stiptheid van de treinen, is de oppositiepartij niet akkoord met het voorliggend voorstel.

Luc De Ridder: “Noch de impact van de afschaffing van de overwegen, noch die van de alternatieven (zoals een tunnel of brug) op de leefbaarheid van de betrokken buurten en straten werden voldoende onderzocht. Of de afschaffing er toe zal leiden dat gemotoriseerd verkeer zich nog meer een weg gaat zoeken door straten die daar niet voor geschikt of bestemd zijn, werd evenmin onderzocht. En ook over de mogelijke effecten op de verkeersveiligheid in het algemeen en die van de zwakke weggebruikers in het bijzonder, is het koffiedik kijken.”

Luc De Ridder twijfelt of de winst op vlak van stiptheid wel in verhouding zal staan tot de kosten en de mogelijke nadelige effecten. De belangrijkste oorzaken voor treinvertragingen liggen immers elders: de oververzadiging van de Brusselse Noord-Zuidverbinding, de regelmatige defecten van het sterk verouderd rollend materieel en de incidenten door spoorlopers, kabeldieven en stenengooiers.

Maar ook het financieel plaatje baart INZET zorgen: “We stellen ons ernstige vragen bij het financieel engagement dat de gemeente al bij het princiepsakkoord is aangegaan. De omvang was toen niet gekend. Nu zou er een raming zijn, maar die maakte geen deel uit van het dossier voor de gemeenteraad. We hebben er dus geen zicht op. Hoe dan ook zullen de kosten voor de gemeente – en dus de burger – zeer hoog oplopen.”

Sluiting overweg Klei op lange baan

Het enige dossier waar INZET een win-win ziet voor Infrabel en de gemeentelijke en bovengemeentelijke mobiliteit, is de afschaffing van de overweg op de Klei, die vervangen zou worden door een tunnel. De Ridder: “Dat zou voor een vlottere doorstroming van het wegverkeer zorgen, met minder sluipverkeer in andere straten tot gevolg. De afschaffing van die overweg wordt echter op de lange baan geschoven.”

“Noch Infrabel noch onze gemeente lijkt dus haar prioriteiten goed op een rijtje te hebben,” concludeert De Ridder scherp. “Verontrustend is dat sinds het eerste princiepsakkoord van maart 2018, er voor zover ons bekend geen verder onderzoek is gedaan naar de effecten op mobiliteit en lokale leefbaarheid. Nochtans moest de vertegenwoordiger van Infrabel op de gemeenteraad van maart 2018 al toegeven dat bepaalde effecten waarschijnlijk niet onderzocht waren.”

Infrabel kan overwegen niet op eigen initiatief sluiten

De meerderheid verdedigde de samenwerkingsovereenkomst met Infrabel door te stellen dat zij al heel wat van Infrabel heeft bekomen: een fietstunnel onder de Fabriekstraat, een autotunnel vanuit de Beekveldstraat naar een nieuwe weg ter hoogte van de Fläkt die zal aansluiten op Doorstraat en Broekstraat, en de verbetering van het tunneltje aan de Foksveldstraat. Deze kunstwerken zijn ten laste van Infrabel, maar alle kosten voor verwerving van de nodige gronden en voor aanleg van de wegen zijn voor de gemeente. Indien de gemeente tegen 2026 fietspaden zou aanleggen in de Neerveldstraat dan zal Infrabel in de aanleg ervan voor 50% tussenkomen. Ook hier is de verwerving van de nodige gronden ten laste van de gemeente.

De meerderheid argumenteert dat als de gemeente zou dwarsliggen, Infrabel dan zonder meer tot afschaffing van de overwegen kan overgaan, dus zonder fiets- en andere tunnels of langswegen. INZET heeft hier wat onderzoek naar gedaan en stelde vast dat Infrabel nooit zomaar een overweg kan afsluiten. INZET vernam bovendien dat Infrabel het principiële akkoord nodig heeft van het gemeentebestuur en de wegbeheerder (als deze niet de gemeente is) om een overweg af te schaffen. Vervolgens zou Infrabel, na een openbaar onderzoek, een aanvraag tot afschaffing moeten indien bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. Tenslotte moet de afschaffing worden toegelaten bij koninklijk besluit.

Zie ook ons vorig bericht over dit dossier